Afbeelding
woensdag 9 november 2022

Halte Rijksmuseum: breder, langer, mooier

Jasmijn van Engelen

De nieuwe tramhalte Rijksmuseum (voorheen Spiegelgracht) is richting Leidseplein af! De halte is vernieuwd, samen met een stuk Weteringschans, tussen het Weteringcircuit en de Spiegelgracht. Marije Mook, omgevingsmanager bij gemeente Amsterdam, vertelt wat er allemaal aan de halte is veranderd en waarom.

Toegankelijk

Marije: ‘We hebben afgesproken dat alle haltes in Amsterdam die toe zijn aan vernieuwing, toegankelijk gemaakt worden. Dat betekent dat de halte toegankelijk wordt voor iedereen die met openbaar vervoer wil reizen. Dus ook voor reizigers met bijvoorbeeld een mobiliteitsbeperking, visuele beperking, ouders met kinderwagens en ouderen met rollators. Aan een toegankelijke halte zijn voorwaarden verbonden, waar nu aan is voldaan. Aan de halte Rijksmuseum zijn vier grote aspecten  aangepast: lengte, breedte, hoogte en geleide lijnen.’

Eva Bentz van den Berg, beleidsmedewerker inclusieve mobiliteit bij de Vervoerregio: ‘De samenwerking tussen gemeente, vervoerder en de Vervoerregio is van groot belang bij haltetoegankelijkheid. Ook bij halte Rijksmuseum hebben we de handen ineen geslagen. Samen zorgen we ervoor dat iedereen kan reizen zoals je dat zelf wilt, zoals ieder ander. Samen zorgen we ervoor dat de stad en het ov-systeem steeds toegankelijker worden en iedereen zich welkom voelt om met het ov te reizen.’

Breedte

Marije: ‘Allereerst is het perron breder gemaakt, wat past bij zo’n drukke halte. De halte richting Weteringcircuit ruim een meter, de halte richting Leidseplein zo’n 70 cm. Wie de halte kent van voor de werkzaamheden, weet dat deze een smal perron had. Bredere haltes zijn veiliger en reizigers kunnen er vlot in- en uit stappen, doordat er meer ruimte is op het perron. Daarop kunnen reizigers in een rolstoel ook makkelijker de draaicirkel maken om in of uit te stappen.’

Hoogte

Marije: ‘De halte is opgehoogd, zodat het perron zo veel mogelijk op gelijke hoogte is met de tram. Daarmee is het veel makkelijker instappen voor reizigers, maar met name voor wie in een rolstoel, met een rollator of met een kinderwagen reist. Omdat het perron is opgehoogd, is er ook een kleine hellingbaan aan het einde van het perron gemaakt. Zo kom je geleidelijk op de halte zonder opstapje.’

Lengte

Marije: ‘Zo’n hellingbaan naar de halte maakt de halte automatisch iets langer. Maar voor de halte Rijksmuseum is gekozen om het perron nog langer te maken. Zo lang dat er twee trams achter elkaar kunnen stoppen. Het is een heel druk stukje spoor in Amsterdam. Gemiddeld arriveert er iedere twee minuten een tram. Omdat er drie verschillende tramlijnen bij deze halte stoppen staan er vaak twee trams achter elkaar. Door het perron zo lang te maken dat er twee trams achter elkaar passen, hoeven reizigers niet onnodig te wachten tot ze kunnen uitstappen, omdat de tram voor hen nog niet weggereden is. En beide trams kunnen dan na het halteren ook weer snel doorrijden.’

Geleide lijnen

Bij het toegankelijk maken van de halte hoort ook het aanbrengen van geleidelijnen. Marije: ‘De lijnen geven  aan waar de voorste deur van de voorste tram uitkomt en waar reisinformatie is te halen. Reizigers met een visuele beperking kunnen daardoor gemakkelijk instappen.’

Keuzes en comfort

Marije: ‘Voor de tramhalte hebben de gemeente, GVB en de vervoerregio  een Programma van Eisen  opgesteld. Dat is een soort handleiding voor de perfecte halte. Maar je wilt de straat prettig laten zijn voor iedereen die er gebruik van maakt, niet alleen voor OV reizigers. Bij de halte Rijksmuseum werd het tramspoor niet vervangen, waardoor je weet “hier komt de halte aan te liggen”. Met dat vertrekpunt wordt de best mogelijke halte ontworpen. Toch blijft een halte aanpassen vaak een ingewikkelde puzzel. Want de straat in Amsterdam wordt nooit breder. Dus als een perron breder wordt, moet er iets anders smaller of verplaatst worden. Een compromis dat gesloten is, is dat het laatste stukje van het perron van de halte richting Weteringcircuit minder breed wordt. Hierdoor hoefde geen tweede boom te sneuvelen. Er moest sowieso één boom gekapt worden. Dat is nooit fijn voor bewoners. De gemeente heeft een terugplantbeleid: voor elke boom die we kappen planten we een nieuwe boom. Dit hoeft niet op dezelfde plek te zijn. Gelukkig blijft het bij één boom en kunnen we twee nieuwe bomen terug planten binnen het projectgebied. Maar het heeft als gevolg dat het perron bij de allerachterste uitgang van de tweede tram niet de ideale breedte heeft.’

Duo halte

Een ander compromis wat gesloten is, is dat het halteperron richting Vijzelstraat naar de andere kant van de kruising met de Museumbrug verplaatst wordt. Marije: ‘Haltes komen bijna altijd in een duo. De halte richting Weteringcircuit wordt nog aangepast en verplaatst. Op de huidige plek was onvoldoende ruimte om deze halte toegankelijk te maken zonder grote gevolgen voor de aanwezige bomenrij en voetgangersruimte. Een halte vóór een kruising is ook gunstiger voor de verkeersveiligheid; de tram rijdt dan met relatief lage snelheid op de kruising. Deze tweede halte van het haltepaar zal in maart of april 2023 klaar zijn.’

Positieve reacties

Marije: ‘We hebben van verschillende reizigers positieve reacties gekregen op het stuk Weteringschans dat al verbeterd is. Mensen zijn blij met de nieuwe fietsstraat, de bredere stoep en de ruimere halte. Uiteindelijk is het fijn voor alle reizigers dat het perron toegankelijk is gemaakt. Omdat het zo’n drukke halte is, is het prettig dat het perron breed genoeg is, zodat je kunt wachten zonder hutje mutje op elkaar te staan. En dat er genoeg plek is om snel uit en in te stappen omdat het perron lang genoeg is. Al met al zijn we blij met deze verbeterde toegankelijke halte en horen we dat ook terug van anderen.’

Binnenring

Het stuk straat waar tramhalte Rijksmuseum ligt is onderdeel van het project Binnenring. De Binnenring loopt van de Czaar Peterstraat via de Sarphatistraat, Weteringschans en Marnixstraat tot Haarlemmerplein. Door aanpassingen krijgt het fietsverkeer meer ruimte, kan het openbaar vervoer makkelijker doorrijden en wordt de straat – waar dat mogelijk is – ook groener. Het betekent dat auto’s op de Binnenring te gast zijn en er maximaal 30 km per uur gereden mag worden.