Robert Jan ter Kuile (manager strategie afdeling van GVB) is de trekker van RiVier: een platform waarmee straks apps optimaal verschillende vormen van gecombineerde reizen kunnen aanbieden. Het is een samenwerkingsverband van de vier vervoerders NS, GVB, RET en HTM. We stellen hem dertien vragen.
Wat is de bedoeling van RiVier?
‘In een visie hebben wij als de vier grote vervoerbedrijven (NS, GVB, RET en HTM) vastgelegd hoe het vervoer in Nederland er in de toekomst wat ons betreft uit zou moeten komen te zien. Daar kwamen vier punten uit: het zou snel, flexibel, gemakkelijk en duurzaam moeten zijn wat ons betreft. Snelheid vraagt vooral overheidsinvesteringen in infrastructuur. Als vervoerbedrijven kunnen wij zelf gemak en flexibiliteit verbeteren. Samen met NS, RET en HTM hebben wij bedacht dat we onze klanten een integraal aanbod willen aanbieden – waar ook deelscooters, deelfietsers, deelauto’s en deeltaxi’s deel van uit maken. Onze gedachte was: deze vormen van deelmobiliteit komen steeds meer op de markt. Als je dat aanbod zichzelf laat ontwikkelen, wordt dat niet optimaal geregeld. Aanbieders van deelauto’s en deelfietsen kunnen nu geen ov aanbieden. En in het centrum van de stad blijft ov toch de meest optimale en snelle manier om van A naar B te komen. Aan de randen zijn juist scooters en deelauto’s ideaal. Het doel dat we voor ogen hadden is dat hele aanbod aan ov en andere modaliteiten eerlijk en integraal bij de reizigers te brengen. We willen dat graag zelf aanbieden via de apps van 9292, GVB, NS, HTM en RET. Maar we willen dat ook andere aanbieders kunnen dat doen via hun apps, zoals via de Uber app bijvoorbeeld – en we willen dat zij ook ov kunnen aanbieden.
Wat was de volgende stap?
Dat was bedenken hoe we een neutrale technische laag konden creëren waarmee we als 1 pakketje al die vormen van vervoer kunnen aanbieden aan zowel Uber als andere mobiliteitaanbieders – zodat zij die weer aan klanten kunnen aanbieden. Die neutrale technische laag is wat het project RiVier wil realiseren.
Hoever is dat nu?
Het is een complex traject! Er waren eigenlijk twee grote complexiteiten. De ene is: dat het niet zomaar mag – vanwege de neutraliteit. Dat is ook waarom we het plan aan de ACM hebben voorgelegd. We hebben moeten aantonen dat RiVier werkelijk neutraal van opzet is. Het is echt de bedoeling dat we de modaliteiten naast elkaar gaan zetten – zodat reizigers zelf kunnen kiezen wat voor hen van belang is. De ACM heeft toestemming gegeven dus de eerste hobbel is inmiddels genomen.
Wat is de andere complexiteit?
Voor ons was de vraag: hoe zetten we dit goed neer als aanbesteding? Een onafhankelijke platformbouwer moet dit namelijk gaan realiseren. En we willen daarbij wel voor 15 jaar afspraken maken – maar we willen er ook voor zorgen dat we in diezelfde 15 jaar flexibel blijven! Dat is met deze hele nieuwe ontwikkeling wel essentieel. Hoe zorg je dat je daar goede afspraken voor maakt? Dat is uiteindelijk wel goed gelukt.