Foto van een tram
donderdag 16 juli 2020

‘Vervoerregio stelt 15G’s en ander materieel op de lange termijn veilig voor de stad Amsterdam’

Hilde Postma

Een aantal keer per maand komt er een tram vanuit de fabriek in Zaragoza in Nederland aan bij GVB. Inmiddels zijn er elf trams in Amsterdam. Lex Brantenaar, adviseur rollend materieel vertelt meer over de aanschaf van de trams en over de rol van de Vervoerregio hierbij.

Lex, hoe staat het met de 15G-trams die naar Amsterdam komen?

In 2016 heeft GVB een basisbestelling gedaan bij fabrikant CAF van 63 15G-trams. Van deze bestelling komt een aantal keer per maand druppelsgewijs een tram binnen in Amsterdam vanuit de fabrieken in Zaragoza en Beasain. Vanaf december 2020 worden deze trams ingezet op de vernieuwde Amstelveenlijn, lijn 25. Daarnaast gaan ze het oudere materieel, de 11G- en 12G-trams vervangen. GVB maakt later bekend op welke lijnen je de nieuwe 15G trams nog meer gaat tegenkomen.

Foto van een 15G op de lader bij CAF in Zaragoza...

Een 15G op de lader bij CAF in Zaragoza...

Foto: fotograaf
Foto van 15G in de straten van Amsterdam

... en in de straten van Amsterdam!

Aan welke eisen moesten deze 15G-trams voldoen?

De 15G-trams moeten voldoen aan de eisen die we stellen aan hoogwaardig openbaar vervoer, omdat de Amstelveenlijn omgebouwd wordt tot een hoogwaardige tramverbinding. Dat houdt in dat ze toegankelijk, betrouwbaar en comfortabel moeten zijn. De trams hebben een nette uitstraling en beschikken bijvoorbeeld over klimaatbeheersing en een automatische rolstoelplank.

Wat is de rol van de Vervoerregio bij de aanschaf van het materieel?

De Vervoerregio stelt de financiële middelen beschikbaar – en stelt het aantal voertuigen vast op verzoek van GVB. Het aantal van 63 trams is als volgt tot stand gekomen: 45 trams zijn nodig ter vervanging van de 11G en 12G en 18 trams zijn bedoeld voor uitbreiding van de tramvloot, omdat de Amstelveenlijn wordt omgebouwd tot HOV-tramlijn. De regioraad heeft in mei 2020 overigens ingestemd met de aanschaf van negen extra trams door GVB bij CAF– die we optievoertuigen noemen –  omdat er op korte termijn nog groei verwacht wordt vanwege de bouw van de Uithoornlijn en de verlenging van het traject van de IJtram (lijn 26). Deze extra aanschaf noemen we een no-regretmaatregel: we hebben de trams sowieso nodig.

 

Wat doet de Vervoerregio nog meer?

De Vervoerregio bepaalt ook de strategische uitgangspunten: hoe de vloot eruit komt te zien bijvoorbeeld. De kleurstelling van het deel van de 15G-vloot dat op de vernieuwde Amstelveenlijn gaat rijden is zilvermetallic met een vleugje rood: dat was de wens van de Vervoerregio. Dat is namelijk de R-net stijl, net zoals die op een aantal hoogwaardige buslijnen in onze regio en ook in Den Haag en Rotterdam te zien is: een keurmerk voor hoogwaardig openbaar vervoer in de Randstad. De Amsterdamse metro heeft ook die kleuren. Het resterende deel van de 15G trams die elders op het net zullen gaan rijden krijgen de blauwwitte kleurstelling die we kennen van GVB.

Wat zijn de verdere afspraken over dit materieel op de lange termijn?

Voor al het rollende materieel – dus zowel voor metro’s, trams als bussen – is los van de duur van de concessie met GVB een specifieke set van afspraken gemaakt. Die set afspraken houdt in dat het materieel altijd beschikbaar blijft voor het vervoer in Amsterdam; ook als GVB niet meer de concessie Amsterdam zou uitvoeren. Railvoertuigen gaan namelijk dertig jaar mee en bussen 10 tot 15 jaar, en de duur van de concessies is doorgaans korter. Daarom zijn trams, metro’s en bussen (en overigens ook zaken als remises en bepaalde installaties) ondergebracht in een aparte bv: de GVB Activa bv. Er zijn afspraken met GVB dat mocht de concessie in Amsterdam ooit overgaan naar een andere partij, de Activa bv dan naar de gemeente Amsterdam overgaat. Op die manier stellen wij het materieel op de lange termijn veilig voor de stad.

Zijn er over de financiering afspraken gemaakt?

Ja, de Vervoerregio stelt de subsidie verspreid over 30 jaar beschikbaar aan GVB. En GVB heeft tegen de huidige gunstige rentestand geld kunnen lenen om de betalingen aan de leverancier van de voertuigen te doen. Op die manier wordt de subsidie voor de voertuigen op een slimme manier ingezet.