Afbeelding
woensdag 7 februari 2024

Het ov van Amsterdam in de komende elf jaar: dit is het plan

Jasmijn van Engelen

Goed, betrouwbaar en comfortabel openbaar vervoer voor alle inwoners en bezoekers van de Vervoerregio Amsterdam. Ook na 2025 staat de Vervoerregio hiervoor. Omdat de huidige concessie Amsterdam afloopt, heeft de Vervoerregio een Programma van Eisen (PvE) opgesteld waarmee zij GVB wil uitdagen de komende elf jaar opnieuw goed en betrouwbaar openbaar vervoer te verzorgen. Dat ook nog eens inclusief, aantrekkelijk, veilig, duurzaam en passend bij de omgeving is. David Aulman, senior projectleider concessieverlening bij de Vervoerregio Amsterdam: ‘Openbaar vervoer heeft niet alleen een economische functie, maar ook een sociale functie. Dat is een belangrijke onderliggende gedachte voor het ov in Amsterdam  voor de komende elf jaar.’  

Iedereen kan tot 12 februari een reactie geven op het ontwerp Programma van Eisen door te mailen naar ovamsterdam2025@vervoerregio.nl. David, wat is een Programma van Eisen eigenlijk? 

David: ‘Een Programma van Eisen (PvE) is een document waarin alle eisen staan waar de vervoerder minimaal aan moet voldoen in de komende elf jaar. Bijvoorbeeld dat een bus op sommige plekken in de stad minimaal 4x per uur moet rijden en op andere plekken 8x per uur. Of hoe ver weg een halte mag liggen van de woningen in een buurt. En dat de vervoerder alle reizigers het gevoel moet geven dat ze welkom zijn in het ov.’ 

Het PvE is een groot document, wel 160 pagina’s. Wat zijn de belangrijkste onderwerpen in het PvE?

‘In het PvE verschuiven we de focus dus van de economische functie van het vervoersysteem naar óók oog hebben voor de sociaal-maatschappelijke functie. Dat betekent dat we uiteindelijk willen dat het openbaar vervoer prettig en toegankelijk is voor iedereen. Dat het een goed alternatief voor de auto is. Daarnaast willen we zorgen voor een goede ontsluiting van de wijken. Alle wijken van de stad van een bepaalde omvang hebben recht op ov. ‘ 

‘Het PvE houdt rekening met de ontwikkeling van de stad. In de komende jaren verwachten wij een enorme groei van de stad en de regio (zowel qua inwoners als qua werknemers). En het is natuurlijk heel belangrijk dat het ov netwerk die groei aankan en kan meegroeien. Dat doen we bijvoorbeeld door reizigers niet allemaal meer via de binnenstad naar Amsterdam CS te laten reizen, maar te spreiden over de grote stations van Amsterdam. Zo kunnen reizigers die in de binnenstad willen zijn, gewoon met het ov daar naartoe en reizigers die eigenlijk op doorreis zijn, snel en comfortabel via een andere route reizen. 

‘We zien dat de komende jaren meerdere grote kernen gaan ontstaan in de stad, vooral in Noord, in Nieuw-West en Zuid-Oost. Het is dus ook belangrijk om mensen daar een goede verbinding mee te geven en dat zij met het ov snel bij voorzieningen zijn zoals winkelcentra. Dus er staan eisen in het PvE om goede verbindingen naar de belangrijke bestemmingen in alle stadsdelen te bieden.’ 

‘Een ander belangrijk onderwerp is zorgen dat het openbaar vervoer goed past bij de omgeving. Als je kijkt naar de opbouw van het zestiende-eeuwse- stadscentrum, zie je dat er niet altijd in alle smalle straten plek is voor iedere vorm van mobiliteit. Dus we kijken: wat zijn nou plekken waar het openbaar vervoer goed kan doorstromen? Een aantal routes is heel geschikt voor de vaker rijdende, snelle lijnen. Dat betekent niet minder ov in de binnenstad, maar ov op andere plekken. En er is een aantal plekken waar de stad meer voorrang wil geven aan voetgangers en fietsers. Daar moet je dan rekening mee houden met het openbaar vervoer.’  

‘Iets anders is duurzaamheid. In het huidige PvE staat niets over duurzaamheid. Dat dateert uit 2010, toen was dat een minder belangrijk thema. Nu hebben we best veel eisen over duurzaamheid die we aan GVB stellen. Sowieso moeten alle voertuigen op elektriciteit rijden, er moet groene stroom worden gebruikt en materialen hergebruikt.’ 

‘Verder willen we een inclusief ov-systeem. De fysieke toegankelijkheid van het ov moet goed geregeld zijn. Mensen met een mobiliteitsbeperking moeten goed met het ov kunnen reizen. Het gaat ook over de leesbaarheid en begrijpelijkheid van de reisinformatie. En ook dat iedereen zich welkom voelt in het ov – ongeacht gender, huidskleur en afkomst.’    

Waarom kiest de Vervoerregio voor een periode van elf jaar voor zo’n plan?

‘We hebben gezocht naar een goede balans. GVB heeft enige tijd nodig om een goed vast netwerk van ov op te bouwen. En mensen moeten daaraan wennen. Maar je wilt alles ook niet te lang vastleggen want de stad en regio zijn enorm dynamisch. Dus als je nu afspraken maakt over bepaalde zaken, denk je daar over tien of vijftien jaar misschien weer anders over. Elf jaar is voor ons een mooie periode waarin we die balans vinden.’

In het PvE staat dat Amsterdam verschillende lijntypen krijgt. Wat kun je daarover vertellen?

‘Dat klopt. De ontsluitende lijnen zijn vooral de lijnen die het vervoer binnen de wijken verzorgen en daarmee zorgen dat je op allerlei plekken kan komen voor bijvoorbeeld je dagelijkse behoeften zoals boodschappen, de huisarts, kapper of de apotheek. Verbindende lijnen verbinden de wijken met het centrum of met de metro. De maximale loopafstand naar de haltes van verbindende en ontsluitende lijnen is 400 meter. Daarnaast zijn er de hoogwaardige openbaar vervoer (HOV)-lijnen. Omdat de reiziger er van op aan kan dat een HOV-lijn vaak en van vroeg tot laat en snel en betrouwbaar rijdt, mag de maximale loopafstand naar een HOV-halte groter zijn: 800 meter.’

‘We gebruiken het verschil tussen die soorten lijnen ook omdat ze dan verschillend beoordeeld kunnen worden. Voor de HOV-lijn is het vooral belangrijk dat die regelmatig rijdt (elke zoveel minuten een bus, tram of metro op de halte), terwijl het voor de ontsluitende lijnen, die vaak iets minder vaak rijden, vooral belangrijk is dat er geen ritten uitvallen. Maar daar is wel weer belangrijk dat de chauffeur even kan blijven wachten bij de halte als er bijvoorbeeld een meneer met een boodschappentas komt aanlopen en hij rustig kan instappen, en dat de vervoerder dus niet direct een boete krijgt als deze lijn onderweg een kleine vertraging oploopt. ‘

Hoe gaat het ov op straat er uitzien?

‘Hoe het lijnennet en de dienstregeling er straks uitzien, dat is aan GVB. Het exacte lijnennet en de dienstregeling is iets dat GVB moet invullen via de jaarlijkse vervoerplannen. Daar zijn zij expert in. Het Programma van Eisen geeft trouwens het minimum aan dat we aan GVB vragen. Dus als GVB meer wil aanbieden aan ov, dan kan dat. Sterker nog, in het contract met GVB maken we afspraken om hen hier ook toe uit te dagen. Het is dus niet precies te zeggen hoe het ov er op straat uit gaat zien’

Hoe leuk en ingewikkeld is het om dit allemaal te bedenken. Want je bent daar samen met collega’s natuurlijk heel lang mee bezig.  

‘Voor iemand die in het ov werkt, zijn dit natuurlijk wel de leukste projecten. Het is een enorme puzzel. Het is heel interessant omdat je strategisch moet denken: waar willen we naar toe? Maar ook praktisch: wat moeten we aan GVB vragen om te doen? En dat alles moet je ook nog in afstemmen met de politiek, het bestuur en de reizigersvertegenwoordigers. Dat is heel uitdagend.’  

Waarom vragen jullie een reactie van inwoners, bezoekers en ondernemers op dit plan?

Omdat het plan zo lang geldt, willen we inwoners, bezoekers en ondernemers vragen of zij hun ideeën over dit plan willen meegeven. Want als het plan straks definitief is, kan er niet zo snel meer iets worden aangepast. 

Vandaar. Kun je nog één keer herhalen hoe inwoners een reactie kunnen geven?

‘Jazeker. Tot 12 februari 2024 kan een zienswijze ingediend worden door een e-mail te sturen naar ovamsterdam2025@vervoerregio.nl of per post naar Vervoerregio Amsterdam, Postbus 626, 1000 AP Amsterdam o.v.v. “Zienswijze ontwerp PvE Amsterdam 2025”.’