Wie sinds februari met de metro reist, heeft kans dat die zomaar instapt in de allernieuwste metro, de M7. Er rijden namelijk z’n acht M7 metro’s rond, vers uit de CAF fabriek in Spanje. Als Frans Cramer – manager logistiek & middelen Metro bij GVB – erover vertelt is het enthousiasme hoorbaar in zijn stem. Hij is blij met de nieuwe metro’s. ‘Deze nieuwe metro’s zijn prachtig van binnen en van buiten. De M7 vervangt de S1 en S2 metro’s. Die metrotoestellen zijn echt op. Ze komen dus als geroepen.’ In totaal worden er dertig M7 metro’s aan GVB geleverd, iedere drie weken één. ‘Dat duurt tot oktober 2024, dan zijn ze allemaal binnen.’ Frans legt uit hoe dit alles in z’n werk gaat.
Op de boot uit Spanje
‘De metrofabriek waar de toestellen gebouwd worden, staat in Spanje’, vertelt Frans. ‘Ongeveer iedere drie weken komt er eentje aan in met de boot in de haven van Rotterdam. Daarna wordt het toestel vervoerd naar Diemen, waar de opstelplek staat.’ Dat er telkens wat tijd tussen zit heeft meerdere redenen. ‘De fabriek kan niet in één keer zoveel metro’s bouwen, het is prettig voor de Vervoerregio om ook niet in één keer de rekening te hoeven betalen (de toestellen zijn officieel bezit van de Vervoerregio en worden gebruikt door GVB, red.) en wij kunnen bij GVB niet in één keer alle metro’s op de testlocatie hebben staan. Voor alle partijen is het dus een goed systeem om het stapsgewijs te doen. Door telkens een nieuwe metro in het systeem op te nemen, kunnen we langzaam de oude S1 en S2 metro’s uit de roulatie halen. Dat geeft een vangnet. Als alle nieuwe metro’s in één keer perfect moeten rijden en er gaat dan iets mis, dan heb je een groot probleem. We volgen dus het gezegde: geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt gekocht. En op deze manier kunnen we de metro die aankomt, uitgebreid testen voordat het voertuig in de dienstregeling opgenomen wordt.’
Testen en kinderziektes
Dat testen gebeurt meestal ’s nachts. Frans: ‘We pakken de metro uit en controleren of alles goed werkt We controleren bijvoorbeeld of de deuren goed sluiten, het rubber juist zit, enzovoort. De metro moet een aantal kilometer zonder storing hebben gereden voordat het voertuig een vergunning krijgt om reizigers mee te mogen vervoeren.’ Het grootste deel van het testen gaat over de softwaresystemen. ‘De nieuwe metro’s zijn grote rijdende computers. Dus daar kom je ook de meeste kinderziektes tegen. Er moeten drie verschillende programma’s met elkaar praten: een reizigersinformatiesysteem, een veiligheidssysteem en het systeem om de metro te laten rijden. Dus de uitdaging is om die allemaal met elkaar te laten werken.’ De monteur van deze tijd ziet er dan ook anders uit dan vroeger. Frans: ‘Vroeger was het iemand met een gereedschapskist, nu is het iemand met een laptop.’ Op de vraag of er veel kinderziektes zijn, geeft Frans een resoluut antwoord. ‘Het is makkelijk om de moed te verliezen als er storingen zijn bij de introductie van een nieuwe metro. Maar ik werk al zo lang bij GVB dat ik weet dat er bij de introductie van de vorige metro’s ook storingen waren. De S1 en S2 metro’s zijn helemaal op. Die metro’s niet vervangen is geen optie. Dus een nieuwe metro met kinderziekten is niet erg. Het hoort bij de installatie. En alle fouten die we er nu uithalen, die worden verholpen en komen niet meer terug.’