Goed nieuws voor de fietsers in Amsterdam. Er ligt gloednieuw rood asfalt tussen het Weteringcircuit en het Kleine-Gartmanplantsoen, inclusief de Museumbrug. Samen met de delen die al eerder zijn afgerond, betekent het dat meer dan de helft van de Binnenring is omgetoverd tot fiets- en OV straat waar auto’s te gast zijn. Een mooi moment om Désirée Barendregt te spreken. Zij is als programmamanager van de Binnenring bij dit immense programma betrokken. ‘Ik ben trots dat we al zo ver zijn gekomen,’ aldus Désirée.
Er is een nieuw stuk Binnenring opgeknapt. Kun je vertellen wat er is aangepast?
Désirée: ‘Jazeker. We hebben tussen het Weteringscircuit en het Leidseplein de straat omgebouwd naar een fietsstraat. Dat betekent dat over heel het wegdek rood asfalt ligt om aan te geven dat auto’s te gast zijn. Ook ligt er een nieuwe tramhalte met gelijkvloerse instap, goed toegankelijk voor iedereen. Op bepaalde plekken hebben we parkeerplaatsen weggehaald en die vervangen voor fiets-parkeerplekken, extra stoepruimte en groen. De straat is dus veranderd in een plek waar fietsers en wandelaars de ruimte krijgen met veel planten in het zicht. Ook hebben we de verkeersstroom rond de Museumbrug veranderd. Dat was eerst tweerichtingsverkeer en dat is nu éénrichtingsverkeer geworden, de stad uit. Daardoor is er ook op de brug nu meer ruimte voor fietsers en voetgangers.’
De werkzaamheden hebben anderhalf jaar geduurd. Waarvoor hadden jullie die tijd nodig?
‘In Amsterdam werken we altijd volgens het werk met werk maken principe.’ Vertelt Désirée. ‘Dus als de straat op de schop gaat, gaat alles in de grond ook op de schop. En de Binnenring is een slagader door de stad voor verkeer en vervoer, maar ook een slagader voor alles wat in de grond ligt. Onder de Binnenring liggen onder andere grote elektriciteitskabels, gasleidingen, riolering en drinkwaterleidingen. Die waren allemaal aan vervanging toe. Liander heeft ook een extra trafohuisje geplaatst, zodat het stroomnetwerk in de toekomst minder snel overbelast raakt. Met name de riolering ligt diep in de grond. Dat komt omdat deze moet aansluiten op het gemaal van Waternet dat in het Eerste Weteringplantsoen ligt, zes meter onder de grond. Daardoor duurden de werkzaamheden langer dan als we alleen het asfalt hoefden te vervangen.’
Kregen jullie te maken met (onverwachte) uitdagingen?
‘Nou, we hadden wel een paar tegenvallers.’ Vertelt Désirée. ‘Van te voren was onze inschatting dat het fietspad dat er lag nog in zo’n goede staat zou zijn dat we alleen de bovenlaag hoefden te 0vervangen. Maar dat bleek helaas niet zo te zijn. Een fietspad heeft eigenlijk altijd twee lagen, de fundering en de bovenlaag. De bovenlaag slijt veel sneller door alle fietsers die eroverheen rijden. Maar goed, nu hebben we een nieuw, stevig fietspad neergelegd dat weer vele jaren meegaat. Een andere uitdaging waar we mee te maken kregen, maar wat eigenlijk heel goed is gegaan, was de situatie bij Paradiso en het Barlaeus gymnasium. Tussen het Leidseplein en de Museumbrug liggen zowel het Barlaeus als Paradiso. Dan kun je niet anderhalf jaar de straat afzetten en niemand toelaten. Die moeten altijd bereikbaar blijven. Dus was het puzzelen hoe dat kon tijdens de werkzaamheden. We hebben veel gebruik gemaakt van verkeersregelaars en stevige hekken om alles netjes af te zetten. Dat heeft goed gewerkt.’
Dan zul je ook veel contact hebben gehad met het Barlaeus en Paradiso, toch? Hoe ging het contact met bewoners en ondernemers?
Désirée: ‘Ja dat ging goed. We hebben veel gedaan aan omgevingsmanagement. De omgevingsmanager heeft samen met een assistent en toezichthouder aan het begin van elke nieuwe projectfase contact met de buurt gezocht. Zij informeerden iedereen en als er knelpunten waren dan losten ze die snel op. Met een maandelijkse bewonersbrief hielden we iedereen op de hoogte van de stappen die we maakten en de planning. Bij het Barlaeus gaven we veel informatie aan de schoolleiding over hoe de omleidingen liepen. Er zijn relatief weinig bewoners en ondernemers aan de straat, in vergelijking met de rest van Amsterdam. Maar we hebben van te voren bewonersavonden gehad, er was een mailbox waar mensen hun reactie konden geven en er was altijd een toezichthouder die aangesproken kon worden. Die zette zich ook heel goed in om de ondernemers bereikbaar te houden en mensen de weg te wijzen. Daar hebben we van bewoners positieve verhalen over gehoord. En we hebben, nu alles afgerond is, een feestje voor bewoners en ondernemers georganiseerd.’