Afbeelding
dinsdag 7 mei 2019

Over oude sporen en verdwenen stations: De Gooische Moordenaar

Duco Vaillant

In de serie ‘Over oude sporen en verdwenen stations’ besteden we aandacht aan ‘vroegah’. Vandaag nemen we de Gooische Stoomtram onder de loep en vertellen we hoe deze tram aan de onheilspellende bijnaam ‘De Gooische Moordenaar’ komt.

Door invoering van de Locaalspoorwet uit 1878, ontstonden nieuwe mogelijkheden voor lokale tramwegen. Trams met een snelheid van 30 km/uur mochten afwijken van bepaalde delen van de wet en voor trams met ene snelheid tot en met 15 km/uur gold de Spoorwegwet uit 1875 helemaal niet.  Dit leidde, in combinatie met het succes van de eerste stoomtram tussen Den Haag en Scheveningen, tot een ware boom van kleine lokale (tram)spoorwegen.

Stadsarchief_Amsterdam,_Afb_OSIM00004001673

De Gooische Stoomtram bij station Weesperpoort, dit was het vertrekpunt in Amsterdam.

Oprichting

Ingenieur C. Bok, die in Den Haag woonde, kreeg in zijn woonplaats ruimschoots de tijd om dit nieuwe vervoermiddel te bestuderen. Tussen Amsterdam en het Gooi zag hij mogelijkheden voor een nieuwe stroomtramweg. Financiers uit de stad en de regio gingen hier gretig op in, waaronder de 20-jarige ondernemer Jan Hamdorff uit Laren. Hij zag het als ideaal middel om klanten te trekken voor zijn logement ‘De Vergulde Postwagen’. Zodoende werd de Gooische Stoomtram op 17 december 1880 opgericht.

Gefaseerde opening

Op 17 mei 1881 werd het eerste deel van de stroomtramweg tussen Amsterdam en Diemerbrug geopend, kort daarna werd de lijn verlengd naar Muiderberg. Dit was destijds een populaire badplaats voor Amsterdammers, tot aan de sluiting van de Afsluitdijk in 1932. Op 20 augustus 1881 werd Naarden bereikt en op 15 april 1882 werd de tramweg verlengd naar Laren en Hilversum. Op dezelfde dag kwam ook de dienst van Hilversum naar Huizen in bedrijf via Laren en Blaricum. Met de tram werden niet alleen personen vervoerd, maar ook goederen.

kaart_gooischenstoomtram

Route Gooische Stoomtram.

Succesvol

De stoomtram was in de beginjaren erg succesvol. Veel reizigers maakten gebruik van de nieuwe verbindingen. Het Gooi werd in die tijd echt ‘ontdekt’. De tram werd – zoals ondernemer Jan Hamdorff al hoopte – een belangrijke katalysator voor bezoek aan Laren. In 1901 maakte hij van van zijn logement ‘De Vergulde Postwagen’ zelfs een luxueus hotel Hamdorff. De Haagse schilder Jozef Israëls bezocht Laren regelmatig en vertelde enthousiast aan zijn Haagse vrienden over het dorp en de directe omgeving. Vele andere schilders volgden al snel, sommigen gingen er zelfs wonen.

vrolijkstraat

Linnaeusstraat hoek Vrolikstraat in 1937. De tram moest in Amsterdam de treinsporen kruizen die tussen Weesperpoort en CS lagen. Na het sluiten van station Weesperpoort zijn de treinsporen op een dijk komen te liggen.

De Gooische Moordenaar

Helaas was het niet alleen maar feest op de nieuwe stoomtramweg. In de volksmond werd de tram ‘De Gooische Moordenaar’ genoemd, wegens de vele ongevallen, die in totaal aan 117 mensen het leven kostten. De oorzaken van de ongelukken waren overigens erg divers. Een van de eerste slachtoffers was een vrouw die probeerde uit te stappen uit een rijdende tram. Diverse malen wordt in de krant becommentarieert dat niet de tram de moordenaar is, maar alcohol. Bijvoorbeeld bij mannen die hun roes proberen uit te slapen op de rails. De grootste ongelukken gebeurden 1927 en 1946. Bij het eerste ongeluk botsten twee trams op elkaar met 4 doden en 7 gewonden tot gevolg, bij het tweede ongeluk kwam een vrachtwagen in botsing met een tram waarbij 5 doden en 5 gewonden waren te betreuren.

ongeluk-gooische-stoomtram-in-1927

Trambotsing bij Laren op 7 augustus 1927.

Opheffing

Voor de oorlog werd besloten om te tram op te heffen, omdat de tram de concurrentiestrijd met de bus aan het verliezen was. Het eerste deel tussen Amsterdam en Laren werd in 1939 en begin 1940 al opgebroken. De Tweede Wereldoorlog zorgde nog voor een tijdelijk uitstel en kortstondige opleving van de tram, omdat de bussen nodig waren voor de oorlog. De stoomtramdienst voor personenvervoer in het Gooi tussen station Naarden-Bussum, Huizen, Blaricum, Laren en Hilversum bleef nog gedeeltelijk gehandhaafd tot oktober 1947. Daarna bleef nog enkele jaren alleen een dienst over met goederenvervoer tussen Station Naarden-Bussum en Huizen. Op 31 oktober 1958 verdween ook het laatste stukje van de Gooische tram definitief.

laren

Halte van de stoomtram in Laren.

Nalatenschap

Van de Gooische Stoomtram zijn nog de nodige gebouwen bewaard gebleven, bijvoorbeeld het hoofdkantoor van de Gooische Stoomtram op de Middenweg. Ook heeft divers materieel zoals de stoomlocomotief ‘Leeghwater’  en motorrijtuig 14 een plekje gekregen bij de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik. De belangrijkste nalatenschap is dat de lokale tramdienst tussen Amsterdam en Diemen nog steeds rijdt in de vorm van tramlijn 19 op de Middenweg. Sinds 1901 werd tussen het Weesperpoortstation en Diemen een lokaaldienst geëxploiteerd tussen de doorgaande trams in en bood de bewoners van Diemen en de Watergraafsmeer daarmee een frequentere dienst aan.