Afbeelding
maandag 25 mei 2020

Voorpublicatie: Het recht van de snelste

Hilde Postma

Steekt een hert de weg over of rijden wij dwars door zijn bos heen? Hoe kan het dat we op een knopje moeten drukken als we de straat over willen steken? En waarom reizen we steeds sneller, maar komen we geen seconde eerder thuis?

Het zijn vragen die journalist Thalia Verkade van De Correspondent en wetenschapper Marco te Brömmelstroet opwerpen in het boek ‘Het recht van de snelste’ dat dinsdag 26 mei uitkomt. Ze gaan op zoek naar een antwoord op die ene belangrijke vraag: van wie is de straat? Ze ontdekken dat het verkeer onze publieke ruimte heeft overgenomen – en laten zien dat een heel andere inrichting mogelijk is.

Een voorpublicatie.

‘Van files tot fietssnelwegen, van drempels tot deelauto’s: hoe we ons verplaatsen heeft enorme invloed op de inrichting van onze straten, onze steden én onze samenleving. Het bepaalt zelfs hoe we met elkaar omgaan.’

De frietzak: een zeldzaam kruispunt

Fietsfiles. Het is een probleem waar vooral studentensteden steeds vaker last van hebben. Maar alleen in Nederland. Buitenlanders kijken jaloers naar ons: wat een heerlijk probleem om te hebben. En nu hebben we het ook nog opgelost.Als je vanaf de Jodenbreestraat in Amsterdam over het fietspad komt aanfietsen op het Mr. Visserplein, dan wordt de strook waarover je fietst in de flauwe bocht tot aan het stoplicht steeds breder. Stel je voor dat je aankomt bij een rood licht. Er staan al vijf fietsers naast elkaar voor de stopstreep, maar jij past daar nog naast: het is hier onverwacht breed.

Het pad links van je, voor de fietsers die hier straks vanaf de overkant komen aanrijden, is juist smal. Hier kunnen hooguit twee mensen naast elkaar rijden. Hun fietspad loopt dus taps toe.

Wanneer het groen wordt, steek je met zijn allen een grote autoweg over: nu wordt jouw fietspad langzaam smaller en het pad links van je juist gestaag breder. De fietsers naast wie je net voor het stoplicht stond, veranderen door hun verschil in tempo bij het oversteken in een sliert. Ben je de autoweg eenmaal overgestoken, dan kun je op het fietspad weer met zijn tweeën naast elkaar fietsen.

Het kruispunt ziet er gek uit met die schuine strepen: je zou bijna zeggen: ‘niet zoals het hoort’. Wat je ziet is dan ook een experiment, dat de bijnaam ‘de frietzak’ kreeg.

De frietzak is het object van de evaluatie waar ik met Marco te Brömmelstroet, planoloog aan de Universiteit van Amsterdam, heen ga – hij is betrokken geweest bij de opzet ervan. De bijeenkomst is in de voormalige Stadstimmertuin van Amsterdam, een gemeentegebouw met industriële inrichting, dat dienst doet als vergader- en flexwerkplek. Er hangt een feestelijke stemming: de frietzak heeft de jaarlijkse prijs gewonnen voor beste innovatie voor fietsers.

Ik had over de toedracht van het experiment gelezen: VVD-wethouder Eric Wiebes had onderzoek laten uitvoeren naar oplossingen voor fietsfiles, maar die mochten niet ten koste gaan van de doorstroming van het autoverkeer. De frietzak werd onderdeel van de oplossing. Nu konden er meer fietsers naast elkaar voor het rode licht wachten dan voorheen en zo konden er per ‘groenfase’ meer fietsers oversteken.

In een powerpointpresentatie laten Kees Vernooij en Sjoerd Linders, de gemeenteambtenaren die de frietzak mede hebben ontworpen, zien hoe ze te werk zijn gegaan. Fijn, een basiscursus kruispunt ontwerpen.

Studenten sociologie hadden een camera opgehangen op een balkon dat uitkijkt op het verkeerslicht op het Mr. Visserplein. Op hun opnames was te zien hoe fietsers bij drukte allerlei dingen deden die je niet hoorde te doen, zoals aan de verkeerde kant van de middenstreep gaan staan bij rood licht. Als het groen werd, rekten ze weer uiteen tot een lange sliert: het plaatje van fietsers als een zwerm spreeuwen. Ook hadden ze fietsers geïnterviewd: veel mensen ervoeren stress door de drukte en het chaotische gedrag van andere fietsers.

Toen bleek dat het verkeer zich beter afwikkelde als je fietsers hun natuurlijke gedrag liet volgen, in plaats van dat je ze in een ontwerp van parallel lopende wegen dwong, kregen de asfaltschilderaars de opdracht om de lijnen op het rode fietspad nu het gedrag van de fietsers te laten volgen. Zo ontstond de frietzak.

Geamuseerd kijk ik rond in de zaal: dat er zo diep wordt nagedacht over het ontwerp van een kruispunt, en dat het dan ook nog wordt geëvalueerd! Maar ergens had ik ook meer verwacht. Want als het druk is gaan de meeste fietsers altijd al links van het lijntje staan: dat zagen we toch op die camerabeelden? Kom op, dit is Amsterdam! De nieuwe belijning zorgt er alleen voor dat er nu geen mensen meer aan de verkeerde kant van de streep staan. Is dit niet alleen een soort Dutch Design: strak ontwerp, opgeruimd staat netjes?

‘Dus dit is hoe dat overal gaat? Hoe kruispunten worden ontworpen?’ fluister ik tegen Marco. Hij grinnikt: ‘Neeeee! Normaal worden fietspaden ontworpen op basis van richtlijnen in verkeerskundige handboeken. En daarin gaat het niet over gedrag van mensen, maar over regels.’

Ik snap niet wat hij bedoelt.

Thalia Verkade (1979) is journalist en schrijft voor De Correspondent over mobiliteit. Eerder werkte ze voor nrc.next en NRC Handelsblad.

Marco te Brömmelstroet (1980) is professor Toekomsten van Stedelijke Mobiliteit aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is op Twitter actief als @fietsprofessor

Maar dan komt Koen Schreurs, een derdejaars student Mobiliteit van de Hogeschool Windesheim uit Zwolle, het podium op. Hij heeft de opdracht gekregen alle mogelijkerwijs gevaarlijke situaties net buiten het nieuwe oversteekpunt te tellen. Daarvoor heeft hij een ‘conflictobservatietechniek’ uit de verkeerskunde gebruikt, waarbij mensen onderweg worden gezien als een soort projectielen die moeten voorkomen dat ze tegen elkaar aanbotsen.

De student heeft op basis van deze methode een studie gedaan naar het gedrag van de fietsers. Hij heeft de kansen op botsingen geïnventariseerd en is tot de conclusie gekomen dat de nieuwe inrichting behoorlijk gevaarlijke situaties oplevert. ‘Het gaat niet zoals het meest veilig zou zijn’, zegt hij.

Gemor in de zaal. Een paar Amsterdammers vuren scherpe vragen af op de student uit Zwolle. Zij zien namelijk iets anders: mensen die met elkaar proberen het beste ervan te maken, zelf met elkaar onderhandelen. Waarom ziet hij elke mogelijke interactie als een te vermijden conflict?

De botsanalyse is mijn eerste kennismaking met het vakgebied verkeerskunde. Van het beroep verkeerskundige heb ik wel gehoord – alleen dacht ik dat ze vooral in nieuwbouwwijken werkzaam waren, om gebieden in te richten. En ook heb ik er nooit bij stilgestaan dat ze hun werk doen op basis van een bepaalde logica, met principes en handboeken en ontwerpfilosofieën. Daar vang ik nu een eerste glimp van op. Botskoers. Time-to-collision. Het klinkt als natuurkunde.

De sociaal wetenschappers in de zaal kijken anders naar de stad. En de subklasse van UvA-planologen, ontdek ik gaandeweg, bestudeert specifiek de wisselwerking tussen mensen en de omgeving die voor hen wordt ontworpen. Voor hen zijn straten een plek waar mensen elkaar ontmoeten. Twee wandelaars die op de stoep tegen elkaar aanbotsen: dat kan een vriendschap opleveren.

Maar in de verkeerskunde, een vakgebied dat ontstond in reactie op de opkomst van de auto, is een botsing een conflict dat je moet zien te voorkomen. Hier is de stad niet een samenspel van mensen, maar een mechanische puzzel van verschillende typen pijpleidingen die je elkaar zo goed mogelijk moet laten kruisen zonder dat ze elkaar raken.

Dan dringt het tot me door: de frietzak is de grote uitzondering op de regel. Een heel zeldzaam kruispunt dat niet volgens gestandaardiseerde verkeerskundige logica bedacht was, maar volgens de logica van sociologen. De frietzak was de scheur in het verkeerssysteem waardoor ik ontdekte dat er überhaupt een systeem bestond.

Voor meer info: https://decorrespondent.nl/hetrechtvandesnelste

Daar kun je ook de academische achtergrond downloaden die Marco te Brömmelstroet samenstelde voor het boek: ‘Wil je verder lezen over hoe we ons verplaatsen, hoe dat ons vormt en hoe ons denken daarover in de tijd is veranderd? Wil je weten wat de belangrijkste theoretische mechanismen zijn achter Het recht van de snelste? Dan is zijn Engelstalige theoretisch kader Mobility Language Matters iets voor jou. Je kunt het downloaden als pdf-, epub- of mobi-bestand, zodat het vanaf alle apparaten te lezen (of te printen) is.’