Fietsfiles. Het is een probleem waar vooral studentensteden steeds vaker last van hebben. Maar alleen in Nederland. Buitenlanders kijken jaloers naar ons: wat een heerlijk probleem om te hebben. En nu hebben we het ook nog opgelost.Als je vanaf de Jodenbreestraat in Amsterdam over het fietspad komt aanfietsen op het Mr. Visserplein, dan wordt de strook waarover je fietst in de flauwe bocht tot aan het stoplicht steeds breder. Stel je voor dat je aankomt bij een rood licht. Er staan al vijf fietsers naast elkaar voor de stopstreep, maar jij past daar nog naast: het is hier onverwacht breed.
Het pad links van je, voor de fietsers die hier straks vanaf de overkant komen aanrijden, is juist smal. Hier kunnen hooguit twee mensen naast elkaar rijden. Hun fietspad loopt dus taps toe.
Wanneer het groen wordt, steek je met zijn allen een grote autoweg over: nu wordt jouw fietspad langzaam smaller en het pad links van je juist gestaag breder. De fietsers naast wie je net voor het stoplicht stond, veranderen door hun verschil in tempo bij het oversteken in een sliert. Ben je de autoweg eenmaal overgestoken, dan kun je op het fietspad weer met zijn tweeën naast elkaar fietsen.
Het kruispunt ziet er gek uit met die schuine strepen: je zou bijna zeggen: ‘niet zoals het hoort’. Wat je ziet is dan ook een experiment, dat de bijnaam ‘de frietzak’ kreeg.
De frietzak is het object van de evaluatie waar ik met Marco te Brömmelstroet, planoloog aan de Universiteit van Amsterdam, heen ga – hij is betrokken geweest bij de opzet ervan. De bijeenkomst is in de voormalige Stadstimmertuin van Amsterdam, een gemeentegebouw met industriële inrichting, dat dienst doet als vergader- en flexwerkplek. Er hangt een feestelijke stemming: de frietzak heeft de jaarlijkse prijs gewonnen voor beste innovatie voor fietsers.
Ik had over de toedracht van het experiment gelezen: VVD-wethouder Eric Wiebes had onderzoek laten uitvoeren naar oplossingen voor fietsfiles, maar die mochten niet ten koste gaan van de doorstroming van het autoverkeer. De frietzak werd onderdeel van de oplossing. Nu konden er meer fietsers naast elkaar voor het rode licht wachten dan voorheen en zo konden er per ‘groenfase’ meer fietsers oversteken.
In een powerpointpresentatie laten Kees Vernooij en Sjoerd Linders, de gemeenteambtenaren die de frietzak mede hebben ontworpen, zien hoe ze te werk zijn gegaan. Fijn, een basiscursus kruispunt ontwerpen.
Studenten sociologie hadden een camera opgehangen op een balkon dat uitkijkt op het verkeerslicht op het Mr. Visserplein. Op hun opnames was te zien hoe fietsers bij drukte allerlei dingen deden die je niet hoorde te doen, zoals aan de verkeerde kant van de middenstreep gaan staan bij rood licht. Als het groen werd, rekten ze weer uiteen tot een lange sliert: het plaatje van fietsers als een zwerm spreeuwen. Ook hadden ze fietsers geïnterviewd: veel mensen ervoeren stress door de drukte en het chaotische gedrag van andere fietsers.
Toen bleek dat het verkeer zich beter afwikkelde als je fietsers hun natuurlijke gedrag liet volgen, in plaats van dat je ze in een ontwerp van parallel lopende wegen dwong, kregen de asfaltschilderaars de opdracht om de lijnen op het rode fietspad nu het gedrag van de fietsers te laten volgen. Zo ontstond de frietzak.
Geamuseerd kijk ik rond in de zaal: dat er zo diep wordt nagedacht over het ontwerp van een kruispunt, en dat het dan ook nog wordt geëvalueerd! Maar ergens had ik ook meer verwacht. Want als het druk is gaan de meeste fietsers altijd al links van het lijntje staan: dat zagen we toch op die camerabeelden? Kom op, dit is Amsterdam! De nieuwe belijning zorgt er alleen voor dat er nu geen mensen meer aan de verkeerde kant van de streep staan. Is dit niet alleen een soort Dutch Design: strak ontwerp, opgeruimd staat netjes?
‘Dus dit is hoe dat overal gaat? Hoe kruispunten worden ontworpen?’ fluister ik tegen Marco. Hij grinnikt: ‘Neeeee! Normaal worden fietspaden ontworpen op basis van richtlijnen in verkeerskundige handboeken. En daarin gaat het niet over gedrag van mensen, maar over regels.’
Ik snap niet wat hij bedoelt.