Afbeelding
woensdag 29 juni 2022

Leerlingen bedenken oplossingen voor toegankelijker openbaar vervoer

Jasmijn van Engelen

Op de vijfde verdieping van het pand op de Jodenbreestraat stroomt een groep leerlingen van het Metis Montessori Lyceum de ruimte naast de plaza binnen. Hier geven ze hun eindpresentatie van het vak Onderzoek & Ontwerpen (O&O) aan de Vervoerregio Amsterdam. Ze hebben zo’n 8 weken gewerkt aan hun projecten. Ideeën bedacht en maquettes gemaakt. Allemaal met de volgende opdracht: bedenk een manier om de haltes in de Vervoerregio Amsterdam toegankelijker te maken voor mensen met lichamelijke en mentale diversiteit.

In groepjes van twee tot vier personen kozen de leerlingen verschillende doelgroepen zoals mensen in een rolstoel, mensen die doofblind zijn, mensen die vallen in het autistisch spectrum en mensen met een angststoornis. Vele verschillende oplossingen werden bedacht, concepten uitgewerkt, weer verworpen na feedback en uiteindelijk 13 voorstellen gepresenteerd. Jurylid en beleidsmedewerker Innovatie Bram Nieuwstraten was erg tevreden met het resultaat: ‘Het is zinvol om af en toe een onbevangen blik te krijgen op een onderwerp.  Dat is gelukt. Ik heb veel gezien waar ik zelf nooit op zou zijn gekomen’

Hieronder lees je drie van de voorstellen die langskwamen.

Trillende platen bij de halte

Het winnende idee kwam van Moene, Nadir, Luke en Rohan. Zij bedachten trillende platen op de halte ter hoogte van de ingang van de tram of bus. ‘Zo kunnen mensen die blind zijn voelen waar de ingang is.’ De platen kunnen in plaats van geleidelijnen komen. Zo weten mensen met een visuele beperking precies waar de bus of tram stopt. Daarnaast is het ook een verbetering voor mensen in een rolstoel, die soms hinder ondervinden van geleidelijnen. Het is een simpel idee maar met veel mogelijkheden. Bram gaat kijken of dit verder uit te werken en te testen is.

Stopknop op de grond in de bus

Pepijn, Tom, Noor en David richtte hun oplossing op personen met beperkt of geen functionerende armen. Zij bedachten een stopknop voor op de grond. Niet voor de halte zelf maar voor in de bus en tram. Met een elegant kapje erover zodat iemands tas of kinderwagenwiel niet per ongeluk de stopknop elke keer indrukt. Bram: ‘het is een goed idee wat tijdens corona bijvoorbeeld ook wel bij stoplichten is ingezet. Met je voet op een knop drukken is niet alleen een uitkomst voor mensen met beperkte of geen armfunctionaliteit, maar ook voor mensen met smetvrees die liever geen knoppen indrukken.’ Op dit moment zijn er geen busfabrikanten die dit standaard aanbieden. De vraag die blijft hangen is; waarom?

Hoekje voor krukken

Fimme en Kysho gingen niet voor trillende, seinende, digitale of mechanische oplossingen. Zij hielden het zo simpel mogelijk: een extra steunpilaar op de halte. Van precies hetzelfde materiaal als de andere steunpilaren van de abri. Alleen dan iets dichterbij het bankje en met een klein hoekje er in. Zodat iemand op krukken makkelijk en snel de krukken in het hoekje kan zetten, en zelf op het bankje kan wachten op de bus, tram of metro. Bram: ‘bij dit idee zie je dat er inspiratie is opgedaan bij de haltes die er al zijn. Een hele kleine aanpassing zoals een extra paal maakt het gelijk toegankelijker. Slim bedacht en waarschijnlijk gemakkelijk te maken. Laten we eens kijken wat fabrikanten ervan denken.’

Samenwerking met scholen

De samenwerking met de Vervoerregio was op initiatief van de docent van O&O van het Metis Montessori Lyceum. En het is goed bevallen. Docent Frans Roukes: ‘de leerlingen hebben hard gewerkt. Bij het vak O&O worden ze uitgedaagd om iets te ontwerpen en bouwen. Het is leuk als een opdracht echt maatschappelijke relevantie heeft.’ Ook Bram kijkt tevreden terug op de samenwerking. ‘We zijn altijd opzoek naar goede ideeën om het openbaar vervoer toegankelijker te maken. Het is leuk om te zien waar de leerlingen allemaal mee komen. Voordat we resultaat op straat zien moeten de ideeën nog wel verder uitgewerkt en getest worden. Maar het zou natuurlijk fantastisch zijn als een van dit soort oplossingen realiteit wordt. En de manier van kijken van de scholieren is op zichzelf al inspirerend.’