Het is 2025, je bent loodgieter en woont in Landsmeer. Iemand op de Valeriusstraat in Amsterdam belt je want er is lekkage in haar huis. Je laadt de juiste spullen in je busje en… mag helaas het gebied binnen de ring A10 niet in. Want het is een zero-emissie (uitstootvrije) zone en je bus rijdt nog op diesel. Dit scenario proberen de gemeenten en de Vervoerregio Amsterdam te voorkomen. Onder andere door zo veel mogelijk ondernemers te informeren over zero-emissie zones voor stadslogistiek. Daarom licht Ton Geuzendam, netwerkregisseur logistiek bij Vervoerregio Amsterdam, graag toe wat zero-emissie (ZE) zones zijn, waarom ze komen en welke rol de Vervoerregio hierin speelt.
Zero-emissie Zones, wat zijn dat eigenlijk?
Ton: Zero-emissie zones voor stadslogistiek zijn gebieden waar goederenverkeer – bijvoorbeeld kleding, eten en pakketjes – vanaf een bepaalde datum alleen uitstootvrij mag rondrijden. Voertuigen mogen dan niet meer op benzine of diesel rijden, maar wel elektrisch of op waterstof. Dus iedere ondernemer met een vrachtwagen of bestelbusje moet zorgen dat dat vervoermiddel zero-emissie is. Anders mag het voertuig de zone niet in.
Waarom komen deze zero-emissie zones er?
In Nederland hebben we het Klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Onderdeel van dat akkoord is dat in 2050 al het logistiek vervoer (goederen en diensten) uitstootvrij is. Als Vervoerregio dragen wij bij aan dat doel. We zijn al bezig om ons ov-systeem uitstootvrij te maken door bijvoorbeeld elektrische bussen te laten rijden in de regio. Daarnaast stellen een aantal gemeenten in de regio ZE-zones in vanaf 2025 of later. Die zones zijn eigenlijk een overgang naar een volledig uitstootvrij vervoersysteem. Na 2050 zijn er immers geen zero-emissie zones meer nodig, want dan moet volgens de afspraken in het Klimaatakkoord al het goederenvervoer in heel Nederland uitstootvrij zijn. Buiten dat de zones bijdragen aan het uitstootvrij maken van het goederenvervoer, zorgt het ook voor een betere luchtkwaliteit en minder geluid in de zones.