Afbeelding
woensdag 1 september 2021

‘Vervoerregio nog perfect op schema: in 2025 rijden alle bussen zero emissie‘

Hilde Postma

In de landelijke media was te lezen dat de vervanging van vervuilende dieselbussen door schone elektrische bussen in Nederland vrijwel stil ligt. Door de lage passagiersaantallen in het stads- en streekvervoer zou er geen geld zijn voor grootschalige investeringen in nieuw materieel. Toch is dat niet overal zo: binnen de Vervoerregio – goed voor bijna een derde van het stad- en streekvervoer in heel Nederland – gaat de vervanging van ‘vuile’ door ‘schone’ bussen gewoon door. Het doel om in de hele Vervoerregio in 2025 op zero-emissiebasis te rijden staat nog overeind, zegt ook lid van het dagelijks bestuur Gerard Slegers. ‘En daarvoor liggen we nog steeds goed op schema.’

Even wat feiten. Inmiddels rijdt veertig procent van de hele ‘bussenvloot’ binnen de Vervoerregio elektrisch. Binnen de Vervoerregio zijn er vanaf 2023 drie concessiegebieden (Zaanstreek-Waterland, Amstelland-Meerlanden en Amsterdam) en binnen alle drie de gebieden rijden grofweg 250 bussen; ongeveer 750 in totaal dus. Programmamanager schoon en Duurzaam bij de Vervoerregio Gerard Hellburg legt uit: ‘In de concessie Amstelland-Meerlanden rijden al 100 elektrische bussen. Daar komt 22 september de tweede tranche van 111 bussen bij. Dan rijden daar in totaal 211 elektrische bussen en daarmee is Amstelland-Meerlanden dan al praktisch helemaal zero emissie’ Ook in Amsterdam rijdt een flink deel al elektrisch. ‘GVB, de gemeente Amsterdam en de Vervoerregio hebben daar een vrij pragmatische planning. Iedere keer als er een serie bussen aan het einde van zijn levensduur is, wordt die vervangen door schone elektrische bussen. De laatste bussen op fossiele brandstof worden in 2024 vervangen door elektrische.’ En dan is er nog de nieuwe concessie Zaanstreek-Waterland, waar net het Programma van Eisen bekend voor is en waar vervoerbedrijven op de aanbesteding kunnen inschrijven om minimaal 10 jaar het openbaar vervoer daar te verzorgen. ‘Daar zal de nieuwe vervoerder medio december 2023 meteen helemaal emissievrij rijden‘, vertelt Gerard Hellburg. ‘Als we op schema blijven, rijden we vanaf 2025 –  en misschien al wel in 2024 –  helemaal met schone elektrische bussen.’

Boven de tachtig procent

Lid van het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Gerard Slegers beaamt dat goede nieuws. ‘We zitten nu op 40 procent van de vloot die ZE rijdt in de Vervoerregio. Volgend jaar rond deze tijd zal dat rond de 50 procent zijn. En de nieuwe vervoerder in Zaanstreek-Waterland gaat vanaf 10 december 2023 ook met elektrische bussen rijden. Samen met de GVB transitiestappen zitten we dan boven de tachtig procent ZE-vervoer in de Vervoerregio. Dat zal een enorme boost geven; dan zijn we als Vervoerregio ook echt weer koploper zero emissie in Nederland.’

Gerard Slegers: 'Er ligt nu een nieuw Plan van Eisen. Daarin hebben we gezegd: we willen direct honderd procent ZE bussen in Zaanstreek-Waterland vanaf 10 december 2023. Dat is ook vanuit de gedachte dat we vanaf dag één met de Vervoerregio weer koploper zero emissie willen zijn.’

Overcapaciteit

De Vervoerregio ontzorgt ook wat betreft infrastructuur en stroom, zegt Slegers. ‘In de Randstad is stroomvoorziening een probleem aan het worden. Daarom hebben we als Vervoerregio daar al op voorgesorteerd: door reserveringen te maken en duidelijke afspraken met energieleveranciers – met Liander in dit geval – over wat we wanneer nodig hebben. Een aantal dingen hebben we in overcapaciteit aangevraagd zodat we ook nog wat kunnen schuiven. Onze vervoerders hoeven zich geen zorgen te maken dat ze straks met bussen langs de kant van de weg staan omdat ze geen stroomvoorziening hebben.’

Altijd in gesprek

Het doel om in 2025 volledig ZE te rijden, blijft dus staan. ‘Daarover zijn we ook in coronatijd altijd met de vervoerders in gesprek gebleven. We hebben gezegd: we begrijpen als Vervoerregio dat er nu andere prioriteiten zijn. Maar zodra er wat lucht is na de crisis en het ov weer op gang komt, dan staat ZE-rijden weer bovenaan de agenda. Geen enkele vervoerder reageerde daar negatief op.’

Tekort aan chips

De Zaanse bestuurder benadrukt: ‘We zijn daarbij ook afhankelijk van onze leveranciers. Er zijn geluiden dat er een tekort aan chips is voor bussen – net als in de autosector – en dat er hiccups in de leveringen zullen komen. We sorteren daar wel op voor door reserveringen te doen. Het is een hele uitdaging maar die gaan we wel aan. De vervoerders steken daar ook veel energie in, want het is de toekomst. En wij als Vervoerregio blijven pro-actief meedenken zodat we on-track blijven voor 2025. Tot nu toe lukt dat gewoon.’

Waterstof

De Vervoerregio staat ook open voor vervoerders die op basis van waterstof willen rijden, benadrukt Slegers. ‘Ook daarmee kun je schoon vervoer bieden. En de toekomstige stroomnetaansluitingen voor elektrische bussen kunnen ook waterstofinstallaties voorzien van stroom. Dus de voorbereidende werkzaamheden zijn voor beide technieken van toepassing. Vervoerders zijn dan ook welkom daar een plan voor in te dienen.´

'Veel mensen beseffen het niet maar we zijn wel de grootste vervoerregio: goed voor bijna een derde deel van het stad- en streekvervoer in heel Nederland. Samen met 15 gemeenten in de regio willen wij een mooi totaalplaatje neerzetten. We steken daar als Vervoerregio ook ons nek voor uit, we investeren honderden miljoenen.'

Geen Calimero-complex

Voor Gerard Slegers passen de investeringen die nu worden gedaan binnen het totaalplaatje dat de Vervoerregio wil verzorgen. ‘We investeren 235 miljoen in de toekomst. We kijken daarbij niet alleen naar datgene waar de Vervoerregio traditioneel altijd voor stond – wegen en vervoer – maar we helpen de vervoerders ook hun investeringen voor ZE-bussen te doen. En we buigen ons over zaken als fiets- en snelfietspaden. Samen met 15 gemeenten in de regio willen wij een mooi totaalplaatje neerzetten. We steken daar als Vervoerregio ook ons nek voor uit, we investeren honderden miljoenen. Veel mensen beseffen het niet maar we zijn wel de grootste Vervoerregio van Nederland. Met het meeste openbaar vervoer en de meeste reizigers – waarvan velen ook van buiten de Vervoerregio komen. We zijn goed voor bijna een derde deel van het stad- en streekvervoer in heel Nederland. We hoeven onszelf niet op de borst te kloppen maar we zijn nou eenmaal de grootste, dus we hoeven ook geen Calimero-complex te hebben.’