Afbeelding
maandag 31 januari 2022

Sprong over het IJ weer een stap dichterbij

Hilde Postma

Een vaste verbinding tussen Amsterdam-Noord en de rest van Amsterdam is weer een stap dichterbij, nu het Amsterdamse college van B en W de Actualisatie Nota van Uitgangspunten Sprong over het IJ heeft vastgesteld. Als de gemeenteraad instemt met dit voorstel is het duidelijk waar de bruggen over de vaargeul komen. Op welke plekken ze precies aan wal komen, wordt de komende periode bepaald. Want hoewel uit de inspraak blijkt dat het merendeel van de Amsterdammers enthousiast is over deze verbindingen, ligt hier duidelijk een uitdaging. De omwonenden worden daarom uitgenodigd mee te denken over de precieze locatie.

Hiermee is besloten om de volgende bruggen en passage te maken: de Oostbrug (tussen het Azartplein op KNSM-eiland en de Johan van Hasseltweg in Noord), de Westbrug (tussen Danzigerkade en NDSM) en een voetgangerspassage achter Amsterdam Centraal. Dit wordt een tunnel tussen CS en Tolhuistuin.

Belangrijke keuze

Wethouder Marieke van Doorninck van Ruimtelijke Ontwikkeling legt uit: ‘Dankzij het advies van de commissie D’Hooghe en de nuttige inspraakreacties hebben we belangrijke keuzes kunnen maken. Amsterdam-Noord heeft nood aan goede verbindingen met de rest van de stad. De behoefte aan vaste verbindingen voor fietsers en voetgangers groeit en de druk op de ponten neemt onverminderd toe. Met dit besluit komen we tegemoet aan de wensen van het Rijk en de regio. Ik ben heel tevreden dat we er met alle partijen zijn uitgekomen. We weten nu wáár we de bruggen en de tunnel willen bouwen en wát daar voor nodig is. Het is vervolgens aan de gemeenteraad om een nieuw voorkeursbesluit te nemen. Daarmee liggen de locaties van de bruggen en de tunnel én de nautische en ruimtelijke uitgangspunten vast. Dit is een belangrijke stap voor de bereikbaarheid van Amsterdam Noord.’ 

Waarom eigenlijk?

Er komen steeds meer bewoners en bedrijven rond het IJ en in de regio. Daardoor groeit ook de behoefte aan vaste verbindingen voor fietsers en voetgangers. Tegelijk wordt het ook op het water steeds drukker. Er komt steeds meer goederentransport over water en ook groeit de druk op de ponten. Programma Sprong over het IJ is opgezet om de oversteek te verbeteren. Het programma kijkt daarbij naar de belangen van de stad, de regio en de scheepvaart.

Inspraak

Afgelopen najaar lag de nota ter inspraak voor. Hierop zijn bijna 1600 inspraakreacties binnengekomen. De reacties zijn beantwoord in de Nota van Antwoord. Zo’n 44 procent van de reacties is algeheel positief over de twee bruggen en de voetgangerstunnel. Daarnaast is nog eens 24 procent gemengd positief, wat betekent dat ze positief zijn over een deel van de maatregelen. Ook kwamen er ook vragen, zorgen en uitingen van ongenoegen binnen. Zo’n 21 procent van de reacties is ronduit negatief over één of meer van de maatregelen.

Meest gestelde vraag

De meest gestelde vraag was waarom de tunnel niet voor fietsers wordt. Een vaste fietsverbinding achter het Centraal Station lijkt een voor de hand liggende keuze. Maar een fietstunnel op die plek past niet bij de langetermijnvisie om Amsterdam te ontwikkelen tot een meerkernige stad; een stad en regio met meer stedelijke centra. Hierbij willen we juist de drukte spreiden om zo de groei van de stad het hoofd te bieden. Bovendien is achter het Centraal Station onvoldoende ruimte om een fietstunnel goed en verkeersveilig in te passen.

Wat wordt er besloten met het voorkeursbesluit

In de Actualisatienota staat waar de bruggen over de vaargeul moeten komen en welke ruimte we daarvoor op het water en aan land moeten reserveren. Daarnaast staat er in waar die bruggen aan moeten voldoen, bijvoorbeeld wat de doorvaarthoogte moet zijn. Ook staat er in voor wie de bruggen en passage geschikt moeten zijn: fietsers en voetgangers. De vraag of straks ook openbaar vervoer over de bruggen komt, ligt nog open. Kortom: we weten wáár we de bruggen en de tunnel willen bouwen en wát daar voor nodig is. Als alles volgens plan verloopt kan in 2026 de schop in de grond worden gezet voor de Oostbrug. Het bouwen van de brug kost vervolgens ongeveer vijf jaar. De Westbrug en de voetgangerspassage komen later in de planning. Voor alle details verwijzen we u graag door naar amsterdam.nl/sprongoverhetij.

Wat wordt er nog niet besloten?

Over een aantal belangrijke zaken valt straks nog geen besluit. Dit gebeurt in de volgende fase. Zo besluiten we nu nog niet over de precieze plekken waar de bruggen aan land komen en of er wel of geen OV over de brug(gen) komt. Ook de keuze voor een diepe of ondiepe voetgangerstunnel maken we pas in een latere fase.

Meer

De Actualisatie Nota van Uitgangspunten en meer informatie over Programma Sprong over het IJ vindt u op amsterdam.nl/sprongoverhetij. Hier vindt u ook het advies van de commissie D’Hooghe.