In een vorig interview belichtten we de rol van de Vervoerregio bij de grotere projecten. Nu praten we met Vincent van Laar – al 5 jaar projectbegeleider bij de Vervoerregio – over de rol van onze organisatie bij middelgrote/kleine projecten. Een deel daarvan is gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid, legt Vincent, die van huis uit verkeerskundige is, uit. ‘Het zijn leuke projecten om aan te werken’, zegt hij enthousiast. ‘Het vereist creativiteit om te bedenken hoe je een kruising het beste in kunt richten. Vaak is er maar beperkte ruimte en dan moet je goed kijken: hoe richten we het zo optimaal mogelijk in?’
Toen Vincent vijf jaar geleden bij de Vervoerregio begon, was de Investeringsagenda Verkeersveiligheid net vastgesteld. ´Kort daarvoor waren er meerdere onderzoeken geweest naar de verkeersveiligheid in de regio. Daaruit volgden een aantal aandachtspunten om die te verbeteren en het aantal verkeersgewonden te reduceren. Daaronder vielen de aanpak van ongevallenlocaties, het creëren van veilige school-thuis routes, de preventieve aanpak van risicolocaties en het verbeteren van de veiligheid op tram- en busroutes. Inmiddels is die Investeringsagenda Verkeersveiligheid opgegaan in de Investeringsagenda Mobiliteit, samen met de Investeringsagenda’s OV, Weg en Fiets.’
Aanpak blackspots en risicolocaties
Van de middelgrote/kleine projecten heeft de Vervoerregio er continu zo´n 300 a 400 in portefeuille. Jaarlijks komen er zo´n 100 a 150 bij, vertelde Peter Silvis al in het vorige interview. Vincent van Laar: ‘De aanvragen komen vanuit de vijftien gemeenten die de Vervoerregio vormen. De afgelopen vier, vijf jaar heb ik zeker duizend ontwerpen in mijn handen gehad. Veel van die projecten komen vanuit het programma Verkeersveiligheid van Amsterdam. Vanuit dat programma worden aanvragen ingediend voor een financiële bijdrage voor verkeersveiligheidsmaatregelen. Bijvoorbeeld voor de aanpak van blackspots of risicolocaties: plekken waar een ongeval is geweest met ernstige letselschade als gevolg. Soms gaat het om plekken waar mensen zich onveilig voelen en preventief maatregelen worden genomen. Het gaat vaak om wat kleinere maatregelen – meestal een kort project met een korte voorbereidingstijd – waarmee in principe niet meer dan 50.000 euro is gemoeid.’