De Vervoerregio werkt hard aan een nieuw beleidskader mobiliteit. Dit is het belangrijkste document voor onze organisatie. Hierin staat wat de Vervoerregio vindt en welke kant de organisatie op wil met het verkeer en vervoer in onze regio. Over drie weken ligt er een versie van het document klaar waar iedereen op mag reageren. Maar, om tot die versie te komen is er in de afgelopen maanden ook bij verschillende stakeholders opgehaald hoe zij over mobiliteit in onze regio denken. Zo werd afgelopen december een enquête gehouden onder inwoners en reizigers over wat zij belangrijk vinden voor het verkeer en vervoer in de komende jaren. Zij zijn niet de enige belangrijke stakeholder in de regio. Omdat er nog meer stemmen belangrijk zijn om te horen, zoals die van raadsleden en wethouders uit de veertien gemeenten, de vervoerders in de regio en maatschappelijke organisaties, zijn er in de afgelopen maanden drie bijeenkomsten georganiseerd.
Tijdens deze bijeenkomsten konden zij vertellen wat zij belangrijk vinden. Wat werd er nou gezegd tijdens de bijeenkomsten? We vatten het voor je samen.
Verschillende gebieden, verschillende keuzes
De eerste bijeenkomst was met raadsleden en wethouders uit verschillende gemeenten in de regio. De bijeenkomst werd goed bezocht. De deelnemers benadrukten dat de gebieden in de regio heel verschillend zijn. Niet iedere gemeente is hetzelfde en heeft dezelfde keuze in vervoersmiddelen. Daar mag volgens hen aandacht aan worden besteed in het beleidskader. In vol gebouwde regio’s is het gebruik van openbaar vervoer veel populairder omdat het gemakkelijk reizen is. In landelijk gebied is vaak de auto het belangrijkst omdat er bijvoorbeeld minder openbaar vervoer beschikbaar is.
Mark Degenkamp, projectleider voor het beleidskader bij de Vervoerregio, herkent deze reactie. ‘Ook wij zien dat de regio er op verschillende plekken heel anders uit ziet. Het klopt dat inwoners niet altijd dezelfde keuzemogelijkheden in vervoersmiddelen hebben. Daarom komt er in het beleidskader aandacht voor die verschillende gebieden. We willen overal verschillende opties kunnen bieden. Elk gebied vraagt om andere oplossingen.’