Afbeelding
woensdag 24 maart 2021

Hoe komt die hoge kraan bij Amsterdam CS?

Hilde Postma

Sinds 18 maart 2021 torent er een 39 meter hoge kraan boven het stationsgebied uit. Wat doet deze torenkraan hier precies, en hoe komt zo’n enorm ding de binnenstad in? Hoofdwerkvoorbereider Paul van de Pol vertelt over de opbouw van de kraan, en wat er bij zo’n project komt kijken.

door redactie Amsterdam.nl

Er zijn veel hijswerkzaamheden nodig voor het bouwen van de ondergrondse fietsenstalling, denk bijvoorbeeld aan het laden, lossen en monteren van zware bouwmaterialen en onderdelen. Voor alles wat niet met de hand te tillen is, staat er nu een hoge torenkraan. Dit type kraan staat op een rails en heeft een 50 meter lange giek, waardoor het makkelijk bij alle hoeken van de bouwkuip kan.

Strakke planning

Het was een flinke operatie om de torenkraan in de bouwkuip te krijgen, vertelt hoofdwerkvoorbereider Paul. ‘Er komt veel kijken bij de opbouw van zo’n grote kraan in een druk gebied als hier. Er zijn heel veel partijen waar mee afgestemd moet worden: van leveranciers die nodig zijn voor de opbouw, tot gebruikers van het gebied zoals GVB. Het plannen en voorbereiden heeft meerdere maanden geduurd, terwijl het opbouwen van de kraan binnen een week klaar was.’ Klik hier voor een video van de opbouw.

Vervoer

Die uitgebreide planning begon al bij het vervoer. ‘De kraan is in meerdere onderdelen vanuit Duitsland vervoerd. Er is rond het stationsgebied geen ruimte om alle onderdelen tegelijk kwijt te kunnen. We hadden daarom een strak schema gemaakt met de transporteur, die de onderdelen kwam leveren op het moment dat we ze gingen opbouwen.’

Van laag naar hoog

Het opbouwen van een kraan gebeurt van laag naar hoog: het begint met de voet als basis, vervolgens komt er steeds een stukje bovenop. Onderdelen zoals de torenmast, de torenspits met de cabine (het hoogste puntje) en de giek (de lange horizontale arm) zijn eerst beneden in de bouwkuip in elkaar gezet. Daarna zijn deze delen naar boven gehesen en vastgemaakt, vertelt Paul.

Een kraan voor een kraan

Er was een aparte hulpkraan nodig om de torenkraan op te bouwen. Dat was flink passen en meten volgens Paul: ‘De positie van de hulpkraan kwam heel nauw, omdat er weinig ruimte is. We hebben intensief met de leverancier en met de omgeving afgestemd: hoeveel plek is er nodig, hoe ver moet de hulpkraan uitschuiven en komt dat niet in de knel met bijvoorbeeld de tramsporen? Na lang passen, meten en uitrekenen hebben we een plek gevonden die precies paste.’

Ingrijpende giek

De hulpkraan was niet de enige uitdaging die uitgebreide planning nodig had. De drukte rondom het stationsgebied maakte het inhijsen en monteren van de 50 meter lange giek een behoorlijke puzzel. Paul: ‘Doordat de giek zo lang is, moest er een heel groot gebied afgezet worden voor de veiligheid: niemand mag er onderdoor als zoiets omhoog gehesen wordt, dus ook geen trams of bussen. Overdag zou dit teveel overlast veroorzaken, we hebben deze werkzaamheden dus ’s nachts gedaan. Maar ook dan moet verkeer als nachtbussen of taxi’s kort worden omgeleid.’

Veiligheid voor alles

Inmiddels staat de 39 meter hoge kraan in de bouwkuip, en torent bijna 30 meter boven de straat uit. Maar wat nou als het stormt? Over veiligheid hoeft niemand zich zorgen te maken, zegt Paul: ‘De kraan is berekend op allerlei weersomstandigheden, ook storm.  De giek draait met de wind mee, waardoor het minder wind vangt. Je kan er dus met een gerust hart langs, ook als het waait.’