Afbeelding
woensdag 8 maart 2023

Het plan voor fijne, veilige fietspaden door heel de regio: MRA Doorfietsroutes!

Jasmijn van Engelen

De regioraad van de Vervoerregio Amsterdam heeft het Uitvoeringsprogramma MRA Doorfietsroutes vastgesteld. Wat dat betekent? Dat we samen met onze gemeenten een veilig en kwalitatief hoogwaardig netwerk aan doorfietsroutes op orde willen hebben. De ambitie is namelijk dat er in 2035 er zo’n 475 km aan prettige, herkenbare, brede, goed verlichte en veilige fietspaden in de regio ligt, zodat inwoners en bezoekers van de vervoerregio kiezen voor de fiets in plaats van de auto.  Marja Ruigrok, lid dagelijks bestuur van de Vervoerregio: ‘Wat mij betreft worden de doorfietsroutes de nieuwe ‘snelwegen’ van onze regio. Door brede fietspaden heb je meer ruimte voor fietsen met verschillende snelheden. Een goed voorbeeld is de F200 tussen Haarlem, Halfweg en Amsterdam. Maar alleen fietspaden zijn niet voldoende. Met de Green Deal Fiets werken we ook aan goede voorzieningen als reparatiepunten, schuilmogelijkheden en stallingen. Maar ook aan fietsvriendelijke arbeidsvoorwaarden voor werkgevers en het stimuleren van fietsen bij kinderen. De fiets wordt hiermee een steeds beter alternatief.’

Frans Hasselaar adviseur programmering fiets en Richard Visser Beleidsadviseur houden zich bezig met de MRA Doorfietsroutes, zoals deze fietspaden heten. Ze gaven, speciaal vanwege deze heugelijke gebeurtenis, een uitleg over doorfietsroutes en waarom ze zo belangrijk zijn voor de regio!

Doorfietsroutes, wat zijn dat?

Richard: ‘MRA doorfietsroutes zijn de fietsroutes die we het belangrijkst vinden. Het zijn fietsroutes die autoritten op korte afstand kunnen vervangen. Deze routes verbinden kernen van minimaal 7500 inwoners. Als we deze fietsroutes extra veilig, breed en verlicht maken, dan zullen inwoners en bezoekers van de regio sneller de fiets pakken dan de auto. Bijvoorbeeld voor hun woon-werkverkeer. Met de opkomst van de e-fiets zijn mensen ook bereid steeds grotere afstanden op de fiets af te leggen.’

Waarom vindt de Vervoerregio het aanleggen van dit doorfietsroute-netwerk belangrijk?

Frans: ‘Er zijn heel veel redenen om een goed fietsnetwerk in de regio te willen. De fiets is bijvoorbeeld een van de gezondste manieren om je te verplaatsen. Dus hoe meer de omgeving ingericht is op fietsen, hoe gezonder je inwoners in de regio zullen zijn. Fietsers nemen ook minder ruimte in dan auto’s. Door goede fietspaden aan te leggen bieden we een mooi alternatief voor woon-werk verkeer met de auto en hoeven minder reizigers in de file te staan. En de fiets is natuurlijk uitstootvrij. Dus hoe meer fietsers, hoe beter voor het milieu.’

Worden al deze routes nieuw ontworpen? Of worden sommige fietspaden ‘omgebouwd’ tot doorfietsroutes?

Frans: ‘De meeste fietspaden liggen er in basis al. Die worden “geüpgraded”, zodat ze voldoen aan de kwaliteitseisen van een doorfietsroute. Een doorfietsroute moet bijvoorbeeld vier meter breed zijn bij tweerichtingsverkeer. Als alle doorfietsroutes af zijn hebben we 475 kilometer aan breed, rood, goed verlicht en fijn befietsbare fietspaden in de regio. Nu voldoet 30 procent van het aantal kilometers aan onze eisen. We hebben dus nog een flinke klus te klaren!’ Richard vult aan: ‘Geen fietspad is hetzelfde. Sommige fietspaden zijn al hard op weg om aan de normen van een doorfietsroute te voldoen, anderen nog helemaal niet. Daarom hebben we van ieder fietspad wat uiteindelijk onderdeel moet zijn van de doorfietsroutes in kaart gebracht wat er op welke plek moet gebeuren. Een voorbeeld van zo’n kaart, waarvan we er 13 gemaakt hebben vind je hieronder.’

Één van de 13 overzichtskaarten met informatie wat er nog moet gebeuren om fietspaden te verbeteren tot doorfietsroutes.

Frans: ‘Zoals je kunt zien moeten er soms meerdere dingen aangepast worden bij één fietspad. Bijvoorbeeld verlichting aan het begin van het fietspad en halverwege het fietspad een vergevingsgezinde berm.’ Wat dat is? ‘Een berm die niet heel stijl naar beneden loopt, zodat als je met de fiets per ongeluk van het pad raakt je niet gelijk in een gevaarlijke situatie zit.’

Richard: ‘Het in kaart brengen van alle fietspaden en de verbeterpunten een interessante en belangrijke eerste stap. De kaarten zijn erg mooi geworden. Nu willen we natuurlijk aan de slag met gemeenten en fietspadbeheerders.  Het moet niet alleen bij papier blijven ’

Klinkt goed! Zijn er ook hobbels op de weg?

Staat er dan niks in de weg om als de wiedeweerga overal in onze metropoolregio de doorfietsroutes aan te leggen? Nou, nee. Frans: ‘Er zijn natuurlijk altijd wat hobbels op de weg. Zoals bijvoorbeeld het landschap. Want het is “redelijk eenvoudig” om een bestaand fietspad te verbeteren. Maar een vrij liggend fietspad door het groen aanleggen kan op protest stuiten van de omgeving of vanuit natuurwetgeving. Ook in de stad is er al snel gebrek aan ruimte voor brede fietspaden.’ Richard: ‘De regio bestaat natuurlijk uit verschillende soorten landschap. Polder, maar ook een drukke en dichtbevolkte steden zoals die van Purmerend, Hoofddorp of Amsterdam. Ook daar moeten fietsroutes doorheen die ruim, veilig en zonder al te veel stoplichten zijn. Gelukkig is de gemeenten  daar, in samenwerking met de Vervoerregio en andere partijen, al hard mee bezig. Kijk maar bij de Binnenring, de oranje loper en de rotonde in Uithoorn.’

Frans: ‘Daarnaast bestaat het landschap niet alleen maar uit groen of stad. De fietspaden kruizen soms barrières zoals (trein)rails en water. Neem bijvoorbeeld het IJ, de ringvaart in Haarlemmermeer of het spoor bij Halfweg. Om een hoogwaardige fietsroute van en naar Amsterdam Noord te bouwen moet je goed nadenken: ga je dan voor een tunnel, of juist voor een brug? Bij zulke barrières werken we samen met onze partners zoals het Rijk en de provincie.’ 

‘Als een gemeente een fietspad wil aanpakken om er een doorfietsroute van te maken, kunnen we tot 80% van verschillende verbeteringen, zoals rood asfalt, vergoeden.‘

Het bestuur heeft besloten een ‘pro-actieve rol in te nemen om te komen tot een versnelling in de realisatie van het netwerk’. Pfoe, dat is een moeilijke zin. Wat betekent dit in de praktijk? 

Richard: ‘Goede vraag. Zoals we eerder vertelden is alles is gereed om de fietspaden aan te pakken. Maar, de Vervoerregio kan alle seinen op groen zetten, ook de gemeenten en provincie moeten dat doen. We zijn namelijk als Vervoerregio geen wegbeheerder. Dus wij mogen niet beslissen waar we aan de slag gaan. Wij kunnen wel een enthousiasmerende rol hebben en samenwerken met gemeenten en provincie om de fietspaden te verbeteren. Dat doen we dan ook graag! Dat wordt bedoeld met pro-actief.’  

Frans: ‘En we hebben een subsidiërende rol. Als een gemeente een fietspad wil aanpakken om er een doorfietsroute van te maken, kunnen we tot 80% van verschillende verbeteringen, zoals rood asfalt,  vergoeden. Dus we hopen dat we gemeenten en provincie kunnen helpen om net zoals de Vervoerregio vol enthousiasme aan de slag te gaan met het verbeteren van de fietspaden tot doorfietsroutes. Daarnaast kan de Vervoerregio, indien gewenst, in uitzonderlijke gevallen ook een projectleider regelen die het project trekt. Bijvoorbeeld bij fietspaden die gemeente grensoverschrijdend zijn (fietspaden die van de ene gemeente naar de andere lopen, red).  

Op welk vervolg hopen jullie, nu deze ambitie is uitgesproken? 

Richard: Het gedroomde resultaat is een regio waarin de fiets het meest populaire vervoermiddel is en blijft. Waar bewoners comfortabel op de fiets stappen voor de korte en middellange afstanden omdat het prettig fietsen is door de regio.’ 

Frans: ‘Allemaal zodat de regio vóór 2035 een heel netwerk heeft van fijne en kwalitatief goede fietspaden: de doorfietsroutes.’