De energie die vrijkomt door te remmen met de metro hergebruiken. Dat is een heel goed idee. Want er rijden genoeg metro’s in Amsterdam en die moeten remmen voor iedere halte. Vandaar dat het dagelijks bestuur van de Vervoerregio besloten heeft om te investeren in een nieuwe techniek: de energie die opgewekt wordt tijdens het remmen teruggeven aan het elektriciteitsnetwerk, zodat die energie op een andere plek gebruikt kan worden.
Door Jasmijn van Engelen
Peter Silvis, projectbegeleider bij de Vervoerregio Amsterdam, legt de techniek uit: ‘De nieuwe metro’s die rondrijden in Amsterdam, de zogeheten M5 en M7, leveren energie als ze afremmen, net als een elektrische auto.’ De energie wordt teruggegeven aan de stroomrail. Peter: ‘Het netwerk van stroomrails van de metro’s in Amsterdam is opgedeeld in secties. De stroom die terug geleverd wordt door de remmende metro, kan nu alleen gebruikt worden door een metro die toevallig in diezelfde sectie rijdt en energie nodig heeft. Dat gebeurde helaas niet altijd. En daardoor gaat een groot deel van de opgewekte energie verloren. Het wordt omgezet in warmte.’
Als oplossing worden er nu op tactische plekken in het netwerk ‘terugleverinstallaties’ geplaatst. Peter: ‘Die kunnen de energie van de metro, via de stroomrail opvangen en teruggeven aan het elektriciteitsnetwerk van Liander van in de hele stad, zoals huizen met zonnepanelen dat ook doen,.’ De installaties komen op nu vier plekken te staan: Bullewijk, Nieuwmarkt, Spaklerweg en Verrijn Stuartweg. Op deze plekken leveren de installaties het meest op.
Deze manier van energie opwekken betekent indirect minder CO2 uitstoot. Peter: ‘Indirect want het GVB koopt al groene stroom in. Maar, als het GVB minder stroom hoeft in te kopen, is er meer groene stroom voor anderen beschikbaar en is er dus per saldo minder CO2 uitstoot.’ Daarnaast zorgt deze nieuwe techniek voor minder “piekbelasting” Peter: ‘De metro verbruikt veel energie, niet alleen voor optrekken en rijden, maar op een koude dag als de verwarming aanstaat of op warme dagen de koeling, hebben de metro’s extra stroom nodig. Dan is er echt sprake van piekbelasting. Dat wordt nu minder. Want er rijden de hele dag metro’s, die ook moeten remmen, daardoor wordt er de hele dag stroom opgewekt. Het GVB heeft dus minder stroom nodig van het netwerk van Liander.’
Peter: ‘Net als bij zonnepanelen verdient deze techniek zichzelf terug. Dat duurt volgens de berekeningen ongeveer vijf tot zeven jaar. Alles wat je opwekt aan energie, verlaagt de energierekening van het GVB. Daardoor kan in de toekomst voor hetzelfde geld meer openbaar vervoer rijden. Dat is een belangrijke reden waarom de Vervoerregio hierin investeert.’ Als blijkt dat deze investering succesvol is, dan kunnen we meer installaties bij de metro en mogelijk ook bij de tram plaatsen.