Gelukkig: de allereerste Zilvermeeuw blijft bewaard voor het nageslacht! Vorige week vertrok ze met speciaal transport naar het Nederlands Transport Museum, waar de metrostellen inmiddels te bezichtigen zijn. Museumdirecteur Arno van der Holst vertelt meer.
donderdag 3 januari 2019
Allereerste Zilvermeeuw verplaatst naar Nederlands Transport Museum
Renske van Bers
Arno is helemaal enthousiast als ik hem spreek over de nieuwe aanwinst. “Ja, het is toch hartstikke leuk dat zoiets bewaard blijft! Bovendien is het niet zomaar een Zilvermeeuw, dit is namelijk het metrostel waarmee ook de openingsrit in 1977 gereden werd en waarbij – toen nog – prinses Beatrix en Claus aanwezig waren. Daarbij is de kenmerkende neus van de metro ontworpen door industrieel ontwerper Wim Rietveld – zoon van de beroemde Gerrit Rietveld, bekend van het Rietveld-Schröderhuis en de Rietveldstoel – en zijn compagnon Wim Groeneboom. Er is nu dus wel een speciaal stukje transportgeschiedenis te bezichtigen.”
De Zilvermeeuw op transport.
Speciaal transport
De metrostellen werden eind vorige week met vrachtwagens verplaatst van Amsterdam naar Nieuw Vennep. Arno: “Dat was nog best wel even spannend. Aanvankelijk zou het transport voor een groot deel over busbanen plaatsvinden, maar omdat de vergunning niet in orde was moesten ze toch over de reguliere weg vervoerd worden. Het gaat natuurlijk wel om twee enorme stellen van 20 meter lang die elk 25 ton per stuk wegen, dus ik was blij toen ze hier uiteindelijk veilig op de parkeerplaats stonden.”
Schoonspuiten en repareren
Op diezelfde parkeerplaats zullen de metrostellen voorlopig ook te bewonderen zijn. Arno: “De Zilvermeeuw is door de jaren heen wel wat viezer geworden, er zit bijvoorbeeld veel graffiti op en ze moeten gerepareerd worden. Het schoonspuiten zullen we op de parkeerplaats doen, het repareren zal live in het museum zelf gebeuren. Dan kunnen bezoekers deze make-over dus ook volgen.”
De Zilvermeeuw bij Venserpolder.
Topstuk?
Is de Zilvermeeuw nu ook het topstuk van het museum? Arno: “Uhm, nou, we zijn wel wat gewend hoor, haha. Ik ben er heel blij mee, maar we hebben bijvoorbeeld ook een Douglas DC-2 staan, een transportvliegtuig uit 1934. Een ander zeldzaam pareltje is de Kromhout bus 157, de eerste moderne bus die vroeger reed. er is dus genoeg te zien in ons museum. Het enige waarin we nog een beetje achterblijven is de scheepvaart, maar daar wordt aan gewerkt!”
Voor meer informatie en de openingstijden van het Nederlands Transport Museum, kijk je hier. En misschien vind je het ook leuk om het verhaal van Norma Alberg te lezen, de bestuurder van de openingsrit in 1977.