Afbeelding
dinsdag 12 mei 2020

Wethouder Sharon Dijksma: ‘Soms moet je ervoor kiezen de auto niet de ruimte te geven’

Hilde Postma

Hoe maken we steden klaar voor de toekomst? Hoe maken we steeds meer bewegingen mogelijk op steeds minder ruimte – met oog voor veiligheid, leefbaarheid en inclusiviteit? En wat is ‘het nieuwe normaal?’ Tijdens het debat ‘Metropolitan Mobility’ in Pakhuis de Zwijger op 11 mei wisselden onder andere wethouders Sharon Dijksma van Verkeer (en van de Vervoerregio) en ‘fietsprofessor’ Marco te Brömmelstroet van gedachten over mobiliteit in de stad tijdens en na de coronacrisis.

Autoparadijs wordt fietsstad

Steden in heel Europa geven meer ruimte aan fietsers en voetgangers tijdens de coronacrisis. Berlijn legt tijdelijke fietspaden aan. In Brussel is de maximumsnelheid 20 kilometer per uur. Autoparadijs Milaan wordt nu een fietsstad. In Barcelona is een groot deel van de wegen afgesloten voor auto’s en aan voetgangers en fietsers gegeven. Ook in Amsterdam roept burgemeester Femke Halsema de Amsterdammers op om vooral de fiets te pakken als ze de deur uit moeten. Het zijn allemaal crisismaatregelen, maar iedereen geniet ook van schonere luchten en rustiger steden.

Lockdownstilte

Sommige steden geven aan dat ze van de lockdownstilte op straat gebruik willen maken om de infrastructuur rigoureus om te gooien; zoals Milaan. Ook andere steden willen als de lockdown voorbij is iets van de goede effecten behouden. Dus wat is straks het nieuwe normaal? Hoe kijken we na de crisis naar verkeer en de openbare ruimte? Stappen we massaal weer in de auto en het ov? Of blijft er straks meer ruimte voor fietsers en voetgangers? Het waren vragen van stadsbewoners tijdens het debat waarop de Amsterdamse wethouder Sharon Dijksma van Verkeer en Vervoer (en ook voorzitter van de Vervoerregio) een antwoord probeerde te geven.

Eenrichtingsverkeer voetgangers Javastraat

‘In alle Europese steden is de ruimte zo schaars dat het noodzakelijk is die te herverdelen als we willen blijven bewegen en verblijven’, zei wethouder Sharon Dijksma. ‘Ook met heel weinig mensen op straat is het soms al heel druk. Daar waar het met auto’s, openbaar vervoer en fietsers te druk wordt, moet je soms kiezen om die auto niet langer zijn plek te geven. Op andere plekken waar heel veel gefietst en gewandeld wordt, moet je nu zeggen: laten we dit reserveren voor voetgangers. Het is vaak een kwestie van maatwerk.’ Ze prees een initiatief van de buurt rond de Javastraat om eenrichtingsverkeer voor voetgangers in het leven te roepen, omdat er dan makkelijker afstand te houden is. ‘In het verleden zou dit ondenkbaar zijn geweest. Maar nu is het noodzakelijk als je wilt dat mensen kunnen blijven bewegen.’

Instrumentenkist

Dijksma sprak van een instrumentenkist met verschillende voorstellen voor de centrale stad en de stadsdelen om de ruimte tijdelijk te gaan herverdelen: ‘De anderhalvemeter gereedschapskist is niet zozeer bedoeld als een set van dingen die niet meer mogen, maar ook een set van mogelijkheden. Hij is ook bedoeld voor ondernemers (die bijvoorbeeld een terras willen neerzetten) of voor buurtbewoners die de ruimte nodig hebben voor ‘belangrijke doelen’: zij kunnen die zelf ook naar voren brengen. Zie het als een manier om de openbare ruimte op een eerlijke manier te verdelen.’

Agenda Autoluw

Tijdens de anderhalve-meter-maatregelen in Amsterdam worden voetgangers leidend. Daarna komen de fietsers, dan het OV en dan pas de auto.’ Het riep de vraag op of met tijdelijke coronamaatregelen de Agenda Autoluw versneld wordt ingevoerd. Dijksma ontkent dat: ´De agenda anderhalvemeter maatregelen moet je niet verwarren met de Agenda Autoluw. Die dingen moet je niet door elkaar halen. Er zijn wel actievoerders die daarom vragen, maar die dingen moet je scheiden. De Agenda Autoluw is echt voor de toekomst. De Agenda Autoluw moet uiteindelijk breed gedragen worden in de stad.´ Dijksma zegt goede hoop te hebben de ruimte voor voetgangers en fietsers ook op lange termijn te verbeteren en te zorgen dat het vervoer groener wordt. ‘Die urgentie is er nog steeds’.

'GVB heeft het ontzettend moeilijk: het geld vliegt er met bakken uit. Maar GVB móet overeind blijven: zonder vervoerders geen openbaar vervoer.'

Ingewikkelde discussies

Op de vraag of er straks nog wel geld is om alle infrastructurele projecten mogelijk te maken, zegt Dijksma: ‘We maken nu enorm veel kosten, onder meer voor het overeind houden van het openbaar vervoer. GVB heeft het ontzettend moeilijk: het geld vliegt er met bakken uit. Maar GVB móet overeind blijven: zonder vervoerders geen openbaar vervoer. Het is niet zeker wie de rekening betaalt. We gaan ingewikkelde discussies krijgen. Ik onderhandel namens de stadsregio’s met het Rijk over een eerlijke verdeling van de kosten.’

Spits mijden

Ze wijst erop dat we in de toekomst wellicht meer de spits moeten mijden: ‘Een belangrijk deel van het tekort aan vervoer is puur een spitsprobleem. Als onderwijsinstellingen en Hogescholen een uur later beginnen en de kantoormedewerkers 1 dag thuis werken, dan is al een goede slag geslagen.’

‘Buis voor het verkeer’

‘Fietsprofessor’ Marco te Brömmelstoet heeft een ander perspectief: ‘We blijven het maar hebben over de straat als een buis voor het verkeer. Maar we kunnen ook de afspraak maken dat het een plek is waar kinderen kunnen spelen: de straat inrichten als verblijf.’

‘Het is toch absurd dat als onze parken vol zijn, we zeggen: je kunt er niet meer bij. Terwijl als de wegen te vol zijn, we bij blijven bouwen’.