Afbeelding
maandag 28 januari 2019

Waarom zijn er brede en smalle metro’s in Amsterdam?

Duco Vaillant

Amsterdam heeft verschillende metrotypes rondrijden. Het is dan ook niet gek dat ze qua afmetingen van elkaar verschillen, maar waarom is de ene metro smaller dan de andere? Vandaag gaan we in op bovenstaande vraag van Rudie en nemen we je mee in een stukje metrogeschiedenis.

De eerste metrolijn in Amsterdam is de Oostlijn. De eerste metro’s – de Zilvermeeuw – waren 3,00 meter breed. In de metrowereld is dit vrij breed. Het voordeel is dat de capaciteit groot is en de doorloopbaarheid, zelfs met veel stoelen, goed is. In de jaren ’70 zijn er specifieke testen geweest met houten proefopstellingen – zoals in de onderstaande foto’s te zien is – om te kijken wat het beste zou passen in de Amsterdamse situatie.

Mock-up in de Centrale Werkplaats in de Tollenstraat - 1968.

Foto: Gemeente Amsterdam

Mock-up in de Centrale Werkplaats in de Tollenstraat - 1968.

Foto: Gemeente Amsterdam

Plan Stadsspoor

Uit de tijd dat er grootse plannen waren voor een Amsterdams metronetwerk, stamt Plan Stadsspoor. Omdat gedacht werd dat vrijwel al het openbaar vervoer ondergronds zou gaan, waren de metro’s niet alleen breed, maar was er ook voorzien dat er metro’s konden worden ingezet tot maximaal 150 meter. Voor een metro is dit uitzonderlijk lang.

artikel plan stadsspoor

Artikel over de breedtes van metrostellen.

Geen nieuwe metrolijnen meer

Na felle protesten vanuit vooral de Nieuwmarktbuurt werden de grootschalige plannen voor Amsterdam stilgelegd; geen grootschalige stadsvernieuwing, geen snelweg door de stad en na de voltooiing van de Oostlijn zou er geen nieuwe metrolijn meer komen. Dit neemt niet weg dat er wel behoefte was aan de vergroting van capaciteit op het OV-net. Er werd gedacht om van het metro- en tramnetwerk één geheel te maken. Zodoende werd in de jaren ’80 bedacht om een nieuwe OV-verbinding naar Amstelveen te bouwen met een hybride voertuig.

Hybride voertuig

Daar waar de metro een breedte had van 3 meter, en de trams ongeveer 2,35 meter, werd voor lijn 51 gekozen voor materieel van 2,65 meter breed. Op het zuidelijke deel rijden ze tot 2 maart 2019 als brede tram, op het metrogedeelte tussen Amsterdam Zuid en Amsterdam Centraal als metro. Op het metrogedeelte worden de sneltrams iets breder met behulp van klaptreden, waardoor ze 3 meter breed zijn. Zodoende ontstaat er geen gat tussen het perron en de metro. In het volgende filmpje zie je het inklappen van deze treden, net voordat deze vertrekt bij station Zuid.

19910909a_Sneltram_Amsterdam_Zuid

Lijn 51 zoals deze er oorspronkelijk uitzag. Dit materieel is 2,65 meter breed.

Sneltram die als metrolijn werd geopend

De eerstvolgende sneltramlijn die er kwam was lijn 50. De sneltrams en de perrons die hiervoor werden gebouwd, werden ingericht voor 2,65 meter breed materieel. Anders dan lijn 51 had de projectorganisatie lijn 50 dusdanig ontworpen, waardoor met een relatief kleine ingreep ook 3,00 meter breed materieel op het spoor kon rijden en dat deze technisch gezien een volwaardige metrolijn is. De gedachte was dat er ook metro’s van lijn 53 en 54 kunnen worden ingezet, mocht dat nodig zijn vanwege capaciteitsproblemen.

Perronranden afzagen

In 1997 werd de Ringlijn waarop lijn 50 rijdt geopend als metrolijn. Al snel na opening van lijn 50, bleek het een groot succes. Het aantal reizigers was groot. In het jaar 2000, 3 jaar na de opening, werden de perronranden in de nachtelijke uren afgezaagd zodat er met 3 meter breed materieel gereden kon worden. Bij de bouw was hier ook rekening mee gehouden.

zilvermeeuw bij station isolatorweg

Een Zilvermeeuw van 3 meter (links) en een M4-metro van 2,65 breed bij station Isolatorweg, kort nadat de randen waren afgezaagd. De Zilvermeeuwen zijn tegenwoordig van het net verdwenen en op 1 na gesloopt.

Standaardisatie

Met de komst van de Noord/Zuidlijn en het succes van de Ringlijn, is gekozen voor zoveel mogelijk standaardisatie van het materieel en infrastructuur waardoor een metro nu 3 meter breed is. De enige uitzondering is nu nog de Amstelveenlijn. De hybride voertuigen van lijn 51 die zichzelf als het ware moeten uitvouwen op station Zuid. Niet alleen passen deze sneltrams zich hier aan breedte aan, ook wisselen ze op deze plek de manier waarop ze hun stroom afnemen en wordt de treinbeveiliging aan- of uitgezet. Deze in de metrowereld unieke omschakeling, maakt het materieel storingsgevoelig waardoor de Amstelveenlijn niet altijd even punctueel rijdt.

Einde verschillende breedtes

Binnenkort wordt de Amstelveenlijn omgebouwd tot hoogwaardige tram en komt daarmee het einde in zicht van de verschillende standaardbreedtes op het metronet. Tot en met 2027 zullen er nog wel metro’s rondrijden met verschillende breedtes, omdat de sneltramvoertuigen nog nodig zijn. Vanaf 2021 worden de voormalige sneltrams vervangen door nieuwe 3 meter brede M7-metro’s. De laatste smalle voertuigen (M4-metro’s) zullen waarschijnlijk tot en met 2027 op het net rijden totdat ook deze worden vervangen.

20181128-Beeld impressie nieuwe M7 metro GVB Amsterdam_city view_hr

De M7-metro, net zoals de M5-metro 3,00 meter breed.