Het verkeersmodel VENOM heeft een grote actualisatie ondergaan: het basisjaar is bijgewerkt naar 2014. David Oude Wesselink, van huis uit verkeerskundige en regisseur VENOM van de Vervoerregio Amsterdam licht toe wat dat betekent. ‘We hebben nu een heel mooi actueel model met nieuwe innovaties en nieuwe databronnen – zoals chipkaartdata en tellingen van wegen.’
David, als eerste: wat is een verkeersmodel?
Een verkeersmodel is een hulpmiddel waarin je zo goed mogelijk de werkelijkheid simuleert. Je bouwt na wat mensen doen: ze wonen, werken, studeren of gaan naar school. Al deze activiteiten hebben verplaatsingen tot gevolg – meestal is dat niet voor de lol, maar met een doel – en het resultaat daarvan noemen wij verkeer. Wij simuleren dat verkeer in het verkeersmodel. Naast de activiteiten van al die mensen stoppen we in het model ook de bestaande en toekomstige infrastructuur. En vervolgens draaien wij een simulatie waarbij we de verplaatsingen van mensen combineren met de wegen en het openbaar vervoer dat we aanbieden. Je kunt dus zien in hoeverre ze gebruik maken van die wegen en het ov.
Waarom wil je zo iets hebben?
Omdat je daarna ook gegevens kunt gaan manipuleren en bekijken: wat gebeurt er als je ergens 5000 woningen neerzet? Wat gebeurt er als we een weg tijdelijk afsluiten? Of een nieuwe tram laten rijden? Je weet wat mensen doen op een dag, dus dan kan je ook voorspellen hoe ze reageren op wijzigingen. Je hebt een gigantische dataset waarmee je allerlei zaken kunt gaan voorspellen en analyseren.