Afbeelding
donderdag 13 februari 2020

Valentijnsverhalen: ‘Halverwege de treinreis ging hij op zijn knieën. Zo romantisch!’

Hilde Postma

Het ov brengt je van A naar B. Maar sóms gebeuren er magische dingen. Op het tramplein, op een perron, of in de bus, tram, metro of trein. ‘Iedere keer als we langs het spoor lopen, zeggen we: ‘Dit is dé plek’.

Anneke van Wijngaarden (Public Affairs en EU-adviseur Vervoerregio Amsterdam, 53 jaar) :

‘Ik was 28 jaar, en woonde en werkte in Brussel, maar ging die avond van de 2e mei 1995 even terug naar Nederland, naar Amsterdam. Ik was moe want had de hele dag gewerkt, en wilde even lekker uitrusten in de trein. Gewapend met tijdschriften en een broodje dat ik net had gescoord, ging ik lekker onderuit zitten en bestelde koffie bij zo’n koffiekarretje dat in die tijd in de internationale treinen nog voorbij kwam. Daarna legde ik mijn voeten op de oranje treinstoel voor me, en begon een tijdschrift te lezen. Op een bepaald moment stond er een Vlaamse conductrice voor mij, die streng zei: ‘Dat mag niet mevrouw! Als u uw voeten niet weghaalt, dan moet ik u een boete geven!’ Ik haalde mijn voeten weg, maar toen de conductrice verder liep, legde ik hup! mijn voeten weer terug op de bank. In de coupe naast mij begon iemand te lachen. Hij keek me aan, en we raakten een beetje aan de praat. Op station Roosendaal moesten we overstappen, naar een andere trein. We gingen tegenover elkaar zitten. Ik vond het wel een leuke man, we babbelden wat, over van alles en nog wat. De tijd vloog voorbij. In Leiden moest hij uitstappen, en terwijl de trein al stil stond, krabbelde hij nog snel zijn nummer op een blaadje.´

 

´We gingen tegenover elkaar zitten. Ik vond het wel een leuke man, we babbelden wat, over van alles en nog wat. De tijd vloog voorbij.´

´Een week later ging de telefoon, en hingen we een uur met elkaar aan de lijn. De weken erna belden we een paar keer. Er waren nog geen mobiele telefoons, dus dat bellen moest vaak vanuit een bellokaal. Ik had een scopekaart, waarmee je tegen lokaal tarief kon bellen. Op een gegeven moment had de eigenaar van het bellokaal door dat hij aan mij weinig verdiende en zei hij: ‘Het is klaar!’ Marcus en ik spraken drie weken na onze eerste ontmoeting af in Amsterdam. Ik ontdekte dat ik hem echt erg leuk vond. Hij kon goed luisteren en we konden echt samen lachen. Dat we voor het eerst zoenden, duurde nog wel even: dat was in juli, twee maanden na onze eerste ontmoeting. Maar daarna is het snel gegaan. Ik verhuisde terug naar Amsterdam, omdat ik daar werk vond. In augustus trok Marcus bij mij in – en hij is nooit meer weggegaan. In 2002 kregen we een dochter: Charlotte. Een jaar later nam Marcus me mee voor een verrassingsweekendje weg. Opnieuw zaten we in de trein naar Brussel. Halverwege de treinreis haalde hij een fles champagne en glazen tevoorschijn, en ging hij op z’n knieën voor me. Heel romantisch!´

 

´Tegen singles die graag willen daten, zeggen we vaak dat ze vaker een internationale trein moeten nemen!´

´Op de bruiloft mocht Charlotte ons de ringen aangeven. Daarna hebben we nog een tweede dochter gekregen, Frédérique. Inmiddels wonen we in Santpoort-Zuid. We kunnen nog steeds heel goed samen praten én met elkaar lachen. Ja, we hebben het heel goed. Zelf reizen we nu weinig meer samen met de trein, maar tegen singles die graag willen daten, zeggen we altijd dat ze toch vaker een internationale trein moeten nemen!’

'We kunnen nog steeds heel goed samen praten én met elkaar lachen.'

Nikki de Graaf: (Begeleider vrijetijdsbesteding bij Leger des Heils, 28 jaar):

‘Alex en ik kenden elkaar wel van gezicht; we waren lid van dezelfde dansschool. We hadden een beetje een aversie tegen elkaar en gingen elkaar uit de weg. We dachten dat we elkaars type niet waren. Maar op een dag – vier-en-een-half jaar geleden – ging ik naar mijn moeder in Den Haag. Ik stond al op perron 8 in Utrecht, toen omgeroepen werd dat de trein vertraging had. Ik keek met één oog schuin omhoog naar de roltrap en overwoog of ik tijd genoeg had om koffie te halen. Op dat moment kwam Alex naar beneden. Ik dacht: shit, nu is het onbeleefd om niets te zeggen. We voerden dus maar een beleefheidsgesprekje. De koffie liet ik schieten. We zijn samen ingestapt, en hij kwam tegenover me zitten. Nee, ik vond hem absoluut niet leuk. Ik wist zijn naam ook niet meer, maar hij de mijne wel, dus ik appte naar mijn danspartner: ‘Hoe heet die eikel van dansles ook alweer, die ik niet mag?’ Nee, hij mocht mij ook niet. Ik werkte in die tijd bij de belastingdienst en hij zei letterlijk: ‘Oh jij werkt toch bij die instantie waar de problemen worden veroorzaakt, en als mensen geluk hebben daarna worden opgelost?’ Ik kaatste de bal terug en zei tegen hem: ‘Jij bent toch die zwerver die in hostels slaapt om zijn hypotheek te kunnen betalen?’ Alex verhuurde in die tijd namelijk zijn huis via Airbnb om zijn hypotheek te betalen.’

'Ik appte naar mijn danspartner: ‘Hoe heet die eikel van dansles ook alweer, die ik niet mag?’

‘Uiteindelijk kwamen we erachter dat we best veel op elkaar lijken, maar dat ons doel om dingen te bereiken heel anders is. Ik werk nu bijvoorbeeld bij het Leger des Heils: daar leer ik daklozen vaardigheden aan zodat ze weer zelfstandig kunnen wonen. Alex is budgetcoach; hij leert mensen beter met geld omgaan. Ik help mensen als er problemen zijn, hij komt juist voor dat traject, en probeert problemen te voorkomen. Toen hij in Gouda uitstapte gaf hij zijn nummer, en vroeg het mijne. Ik ging die avond uit eten met een vriendin. Zij zei: ‘Je vindt hem leuk, he?’ Ik zei: ‘Nee, het is een rare gast, ik krijg geen hoogte van hem, eigenlijk mag ik ‘m niet.’

‘Maar de volgende dag appte hij me of we wat zouden doen. We spraken af bij het treinstation Overvecht. Daar kwam hij me halen. We zijn die avond bij hem gaan koken en eten. Het klikte zo goed dat we elkaar na die tijd elke dag zijn blijven zien. Al vrij snel woonden we samen. Ja, we hebben het nog wel eens over die ene ontmoeting. Iedere keer als we langs het spoor lopen, zeggen we: ‘Dit is dé plek’. Ook onze verlovingsshoot hebben we op Utrecht Centraal laten doen. Dat leverde mooie foto’s op, we zijn er heel erg blij mee!’

'Het klikte zo goed dat we elkaar elke dag zijn blijven zien.'

Lianne de Beurs (adviseur informatiebeheer bij de gemeente Amsterdam, 26 jaar)

‘Ik deed een opleiding media, informatie en communicatie aan de HvA, en ik liep stage in archief van Purmerend. Edgar liep daar ook stage. Ik vond hem wel meteen heel leuk, maar ja, je wilt tijdens je stage geen blauwtje lopen en dan nog vijf weken verder moeten werken samen, dus ik hield mijn mond. We spraken wel over de film Hunger Games, daar wilden we allebei naar toe. Dus we zeiden: dan moeten we maar samen gaan. Een week voor het einde van mijn stage, gingen we inderdaad naar die film. Daarna gingen we uit eten. Edgar wilde me thuis brengen, maar dat is wel een half uur lopen, dus ik zei: nee, ik ga met de bus! Samen zijn we naar het tramplein in Purmerend gelopen. Ik dacht nog: zal ik zeggen dat ik hem heel leuk vind? Maar hij zoende mij – en toen was het wel duidelijk! Ja, dat was heel leuk, ik voelde de vlinders in mijn hele lijf!’

´Edgar wilde me thuis brengen, maar dat is wel een half uur lopen, dus ik zei: ik neem de bus. Op het tramplein in Purmerend zoende hij me.´

 

´Gevolg was wel dat ik mijn bus miste. De volgende kwam een uur later, maar dat was helemaal niet erg: we zijn nog een wandeling gaan maken. Die maandag moest ik naar mijn stage voor de laatste week. Het was zo leuk om Edgar weer te zien! Daarna kregen we een weekendrelatie, want we woonden allebei nog thuis. Na twee jaar kregen we een huisje in de Rijp. Daarna zijn we getrouwd, en we hebben twee kinderen gekregen. Inmiddels hebben we een koophuis in Purmerend. Ja, we zijn hartstikke gelukkig met elkaar!´