Het is Internationale Vrouwendag! Met topvrouwen Thea de Vries (sinds twee jaar secretaris-directeur bij de Vervoerregio) en Claudia Zuiderwijk (nu anderhalf jaar algemeen directeur GVB) spreken we over hun eigen carrière, hoe ze vrouwen in hun organisaties willen inspireren en de veranderingen op het gebied van man-vrouwverhoudingen. ‘Er komen steeds meer vrouwen op topposities. Maar we zijn er nog niet.’
Tot voor kort waren vrouwelijke leiders in het ov nog niet zo vanzelfsprekend. Hoe is jullie ervaring? Merk je daar nu nog wat van?
Thea: In maart 2019 stond er een artikel in OV-Magazine: ‘de vakmannen van het ov’. Met maar liefst 13 mannen. Nu zou het eigenlijk tijd zijn voor een vervolg: ‘de topvrouwen van het ov’. Overal zie je dat het aantal vrouwen op topposities toeneemt. Bij NS, GVB en de Vervoerregio staan nu vrouwen aan het roer. En ook mijn counterpart bij de Metropoolregio Rotterdam Den-Haag (MRDH) is een vrouw: Christel Mourik. Bij de overheid zie je ook een duidelijke verschuiving: er komen steeds meer vrouwen op belangrijke posities – ook bij gemeenten en ministeries.
Claudia: Ik weet nog wel toen ik commissaris was bij ProRail gedurende twaalf jaar – en zelfs ook even president-directeur ad interim in 2011 – er maar weinig vrouwen waren op topposities. Wel zaten Ingrid Thijssen en Merel Vroonhoven in de directie van de NS. Dat vond ik wel een bijzondere band geven. Het is nu inderdaad iets beter geworden, zoals Thea zegt. Het scheelt dat Marjan Rintel nu bij NS de hoogste baas is en Thea en ik hier in Amsterdam zitten. En het is mooi dat we met Vivianne Heijnen nu een vrouw als staatssecretaris op I&W hebben. Maar ik ga er natuurlijk voor dat we ooit een 50/50 man-vrouwverhouding hebben in het ov.
Thea: We zijn er nog niet; dat is zeker waar. Ik zit regelmatig alleen maar met mannen in overleg!
Claudia: Als je naar alle ov-bedrijven in Nederland kijkt, doet GVB het zeker niet slecht. Maar ik weet wel zeker dat we ov-breed (dus de private en publieke sector samen) nog niet op die eerste mijlpaal van 30 procent aan leidinggevenden zitten die we als wettelijk streefcijfer in Nederland hebben gesteld*. Want ik kan de vrouwen op topposities binnen het ov op een hand tellen. En het is wel belangrijk want als er in directies en RvC’s (Raden van Commissarissen) vrouwen op leidinggevende posities zitten, maakt dat het ook gemakkelijker om die afspiegeling top-down door de hele organisatie door te voeren. Als je alleen maar mannen aan de top hebt in leidinggevende posities, is het lastiger om in het hele bedrijf op een 50-50 verdeling uit te komen. Er is dus zeker nog werk aan de winkel.