Afbeelding
vrijdag 10 april 2020

In de bus komt de liefde nu van twee kanten

Hilde Postma

Duizenden chauffeurs in de Vervoerregio rijden dóór, ook in deze tijd van de coronacrisis. Voor veel reizigers zijn het daarmee helden. ´Ik word nu meer gezien dan in de tijd dat alles nog normaal was. Meer gegroet, meer bedankt´, zegt buschauffeur Onno Veen, die op de buslijnen 341, 397 en 169 Haarlemmermeer doorkruist. ´Dat is het mooie van deze periode. Van collega’s hoor ik verhalen dat ze bloemen krijgen.´

Nieuwsredactie Informeer

Held

Buschauffeur Onno Veen oefent een cruciaal beroep uit, zoals dat tegenwoordig in coronajargon heet. Daarom beschouwt het publiek hem als een held. Dat hoeft van hem niet zo. Als in een reflex verlegt hij de aandacht naar zijn vrouw. ´Die werkt in de zorg. Dat is een heel ander verhaal.´

Kluitje

Onno Veen is bereid om zijn ervaringen als buschauffeur in (vooral) Haarlemmermeer te delen. Hij zit al twintig jaar in het vak en een tijd als deze is nergens mee te vergelijken, vindt hij. Zijn slechtste ervaring tot nu toe was aan het begin van de coronaperiode, toen een stel jongeren op een kluitje instapte en daarbij bijna een oudere dame onder de voet liepen. ´Die heb ik eruit gestuurd. Ja, dat lukte zonder hulp van handhavers.’

Onno Veen rijdt op de lijnen 341, 397 en 169 door Haarlemmermeer. Hij hoeft niet zo nodig zelf op de foto: 'Het gaat om mijn ervaringen'.

Foto: Connexxion

Coronaspugers

De berichten over collega’s in treinen en bussen die een fluim in hun gezicht kregen van zogenoemde coronaspugers hebben hem wel aan het denken gezet. ´Dat maakt je voorzichtig. Je staat er in zulke situaties toch alleen voor. Mits het niet te gek wordt, laat ik sommige dingen wat meer begaan. Zeg ik er maar niets van. Maar het jeukt dan wel enorm bij me.´
Over wat er zoal in hem om gaat, vertelt buschauffeur Onno Veen ook op Twitter. In zijn bio noemt hij zich nieuwsgierig en betrokken. Die betrokkenheid komt naar voren in zijn tweets over verschillende groepen mensen die door het coronavirus in de knel zijn gekomen en de helpende hand krijgen toegestoken. De tweet waarin hij zegt ‘Vandaag een vrije dag. Maar collega’s zijn er wel´ met de hashtag #wijgaandoor is kenmerkend voor buschauffeur Onno Veen.

Talk Talk

Tussen deze en andere tweets duikt ineens een tweet met een linkje naar één van de mooiste maar ook droevigste liedjes van de jaren tachtig op: Living In Another World van Talk Talk. Die band bestaat al heel lang niet meer maar was een tijdje terug ineens weer in het nieuws door het overlijden van voorman Mark Hollis. ‘Ja’, zegt Onno Veen, ‘dat is zeker een mooi nummer. Ik hoorde het laatst weer eens en heb het ook op Facebook gezet. Er zit niet per se een diepere gedachte achter. Wat ik er eigenlijk mee wil zeggen, is dat er nog méér is in deze wereld. Meer dan corona alléén. Muziek bijvoorbeeld.’ Living In Another World is een aangrijpend liedje over een onbeantwoorde liefde. Onbedoeld zegt het toch wel wat over de ervaringen van Onno Veen. Niet in de liefde maar in de bus.

Kentering

Onno Veen was er aan gewend dat vooral de wat jongere reizigers dikwijls zonder ´boe of bah te zeggen’ naar een zitplaats in de bus lopen. Maar de laatste tijd bespeurt hij een kentering. Ook van passagiers die hem voor het coronavirus uitbrak geen blik of woord waard gunden, ervaart hij steeds meer waardering voor zijn werk. ‘Ze maken duidelijk dat ze blij zijn dat ik er ben. Ze groeten en bedanken.’ Ook werkers in de zorg maken hem in woord en gebaar duidelijk dat ze ‘blij zijn dat we rijden’, zegt Onno Veen.
Eén van de haltes op de lijnen waar hij op zit, is bij het Spaarne Gasthuis in Hoofddorp. Onno Veen vindt het zelf een eer om dit noodzakelijke vervoer van en naar de werkplek van de helden van de zorg voor zijn rekening te nemen. ‘Ook al heb ik er maar één in de bus zitten.’

Onno Veen, die al twintig jaar in het vak zit, vindt deze tijd van de coronacrisis 'nergens mee te vergelijken'. Het gebruik van de hashtag #wijgaandoor op Twitter is kenmerkend voor zijn instelling.

Foto: Connexxion

Stille stad

Des te meer kan hij zich ergeren als hij uit gesprekken opmaakt dat reizigers op weg zijn naar Amsterdam om daar met eigen ogen te zien hoe stil de stad is. ‘Duidelijk geen noodzakelijk vervoer. Maar ze hebben al ingecheckt, daar doe je niets tegen. Ja, ik erger me daaraan. Maar dat wordt dan weer gecompenseerd door iemand die in de thuiszorg werkt en die bij het in- of uitstappen haar duim opsteekt. Over de hele linie vind ik dat de sfeer is opgeknapt in de bus.’

Niet achter plastic

En dat ondanks de maatregelen die Connexxion en andere vervoerders hebben getroffen omwille van de veiligheid van de chauffeur en de reizigers. Zo hangt er een paar meter van Onno Veens chauffeursplek een kettinkje. ‘Als je echt wilt, kun je er overheen of onderdoor. Het is niet echt een fysieke afscheiding maar het werkt wel om de reizigers op afstand te houden. Ik ben blij dat ik niet achter plastic hoef te zitten. Dat maakt contact nog moeilijker.’

Goed en noodzakelijk – maar niet sfeerverhogend

‘Voorin instappen, is er niet meer bij. Verder wordt met teksten en omroepberichten duidelijk gemaakt dat reizigers onderling ook afstand moeten bewaren. En dat als de bus te vol is, je er goed aan doet om de volgende te nemen. Allemaal goede en noodzakelijke maatregelen, je hoort mij daarover niet klagen, maar echt sfeerverhogend zijn ze natuurlijk niet. Juist daarom is het dan fijn dat je toch de waardering voor je werk krijgt.’

Niet van één kant

Het is duidelijk: in deze vreemde tijd komt de liefde in het buschauffeursbestaan van Onno Veen niet meer van één kant. Zoals in dat liedje van Talk Talk.