Afbeelding
zondag 2 februari 2020

‘Alle vijftien gemeenten van de Vervoerregio kunnen nu gebruik maken van de ov-coach’

Hilde Postma

In de gemeente Amsterdam was het al een succes: de ov-coach. Maar sinds begin dit jaar de ov-coach onder de Vervoerregio valt, kunnen mensen uit álle 15 gemeenten van de Vervoerregio met een ov-coach zelfstandig leren reizen. Projectleider Willeke Passmore: ‘Met de ov-coach krijgen mensen zelfstandigheid, ze kunnen meedoen!

Enthousiast laat Willeke de filmpjes zien van mensen die leren reizen met een ov-coach. Zoals Floor, een meisje van 15 jaar met het syndroom van Down. Floor zit op de praktijkschool en in het filmpje is te zien hoe ze leert reizen: van huis naar school, en van school weer terug naar huis. Willeke: ‘Floor vindt het heel erg leuk om zelfstandig naar haar praktijkschool te kunnen reizen, daar geniet ze echt van. En voor haar ouders levert het veel vrijheid op omdat ze haar niet de hele tijd hoeven halen en brengen.’

 

Wie maken er allemaal gebruik van de ov-coach? 

Het gaat vaak om mensen met autisme, niet aangeboren hersenletsel of een verstandelijke beperking. Er zijn ook kinderen van het speciaal onderwijs, die met de ov-coach reizen. We hebben tot nu toe nu 225 mensen zelfstandig leren reizen vanaf 2018. En er blijven maar nieuwe aanmeldingen komen voor de ov-coach. Veel komen vanuit scholen of zorginstellingen. En soms hebben mensen er zelf over gelezen, en denken ze: dat wil ik ook!

Is dit voor kinderen op het speciaal onderwijs beter dan bijvoorbeeld leerlingenvervoer? 

Het is goed dat er leerlingenvervoer is. Scholieren met een beperking worden opgehaald met een busje, ze rijden de halve stad door, en komen uiteindelijk op de plek van bestemming aan. Maar leerlingen willen zelf vaak liever met het ov. En als je het al vroeg aan kunt leren een bepaalde reis te maken, dan heb je daar de rest van je leven wat aan. Anders ga je altijd in een speciaal busje, naar een speciale school – en word je buiten het hele openbare leven gehouden. Terwijl het gaat om meedoen, en om inclusieve mobiliteit.

Als je een ov-coach wil, wat moet je dan doen? 

Mensen kunnen zich aanmelden via de website ov-coach voor een training. Dan nemen wij binnen twee dagen contact op, om je wensen door te spreken: wat wil en kan iemand? Daarna wordt een trainingstraject opgesteld. Er wordt een route uitgestippeld, en afgesproken om een bepaald aantal keer te oefenen, bijvoorbeeld 4 of 8 of 12 keer. Het is géén meereisconstructie, in de zin dat de begeleider altijd meereist. Het is echt de bedoeling dat iemand zelfstandig een bepaald traject leert reizen. Tijdens de training leert de ov-coach je bijvoorbeeld oversteken, inchecken: de dingen die voor jou nodig zijn. De eerste keer in de bus, metro of tram komt de ov-coach naast je zitten. Maar langzamerhand neemt hij of zij steeds meer afstand: hij gaat achterin zitten, en op het laatst staat hij bij de halte op je te wachten. Ook wordt er besproken en getraind: wat als je je halte voorbij rijdt?

En wat kun je na afloop? 

Dan kun je de reis maken die je hebt afgesproken. Het gaat er niet om dat je overal met het ov heen kunt, maar je kunt dan wél zelf naar school, naar je oma of naar de voetbalclub reizen.

Lukt het altijd? 

Nee, niet altijd. We hadden een keer een jongen die wilde heel graag zelf een reis leren maken. Maar iedereen in z’n omgeving zei al: dat gaat niet lukken. Het lukte ook echt niet. Maar daarna had die jongen er wel vrede mee, want hij had het in ieder geval geprobeerd. Dat proberen, dat moet je iemand ook niet willen onthouden.

Waar komen de ov-coaches vandaan? 

De directe uitvoering doet MEE Amstel en Zaan: hulpverleners, gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met een beperking. Zij leveren de ov-coaches. Op de website ov-coach.nl kunnen mensen zich aanmelden als vrijwilliger.

 

 

Jij bent de drijvende kracht achter de ov-coach. Hoe is dat zo gekomen? 

In april 2017 raakte ik bij de gemeente Amsterdam betrokken bij doelgroepenvervoer. Er waren toen wel diverse ideëen en projecten, zoals bijvoorbeeld de GVBuddie, maar die waren enigszins versnipperd. Ik was bang dat ze uiteindelijk te klein zouden zijn om te kunnen overleven. Ik dacht: laten we het nou in één keer goed regelen. Toen heb ik op bestaande initiatieven voortgeborduurd, en met veel partijen de ov-coach uitgewerkt. We hebben met zeven organisaties van vervoerders, opdrachtgevers en cliëntenbelangenorganisaties een convenant ondertekend: de gemeente Amsterdam, MEE, cliëntenbelangen, Panthar, GVB, VU, en aanvullend ov-organisaties RMC en Transvision. Later zijn daar nog negen organisaties bijgekomen. Daar was ook wethouder Sharon Dijksma bij, zij is fervent voorstander van de ov-coach. In Amsterdam is het project een succes geworden. En per 1 januari vallen we niet meer onder de gemeente Amsterdam, maar onder de Vervoerregio. En dus kunnen nu nog veel meer mensen gebruik maken van de ov-coach: alle inwoners van de vijftien gemeenten die de Vervoerregio vormen.  Dat is heel goed nieuws.

 

Hoe leuk is het om dit project te trekken? 

Heel erg leuk! Het is vooral leuk omdat het zoveel betekent voor mensen. Kijk maar naar Mitchell die te zien was in de KRO-NCRV serie ‘Net ff anders’ met Marlijn Weerdenburg. En alle mensen die leren reizen met de ov-coach zijn zo blij. Ze krijgen zelfstandigheid, ze kunnen meedoen. Ze zijn niet meer afhankelijk, ze kunnen zélf bepalen of en wanneer ze een tram nemen. Dat is toch hartstikke mooi?

Willeke Passmore: ‘Het gaat niet om loslaten, maar anders leren vasthouden. Je moet het de mensen die met een ov-coach willen reizen, durven toevertrouwen’

 

Jullie beste ambassadeurs komen uit de doelgroep zelf, toch? 

Jazeker. Zoals Floor, die je in het filmpje ziet. Het is fantastisch dat ze zich wil inzetten om anderen te vertellen hoe belangrijk het is. Wij kunnen het honderd keer vertellen, maar het komt veel beter over als mensen die het zelf ervaren, vertellen over hun belemmeringen en hoe ze die overwinnen.

Hebben jullie nog andere projecten? 

We zijn begonnen met een pilot met een groep ouderen die willen leren reizen met het openbaar vervoer. Het gaat om ouderen die nooit met het ov gaan, en dat eng vinden of niet weten hoe het moet. Of ze hebben iets ernstigs meegemaakt, zoals een TIA. In een groepje krijgen ze voorlichting, gaan ze een reisje maken met de bus, tram, metro en/of trein. Tussendoor drinken ze samen een lekker kopje koffie. Wie het daarna nog echt eng vindt, kan zich daarna alsnog aanmelden voor de ov-coach voor een individueel traject. Maar voor de meesten is dat niet nodig.